Laatste van de ‘Grote drie’ van de Antilliaanse dichtkunst
De Curaçaose dichter, schrijver en beeldend kunstenaar Elis Juliana overleed 23 juni jongstleden op 85 jarige leeftijd. Hij behoorde met Luis Daal en Pierre Lauffer tot de ‘Grote Drie’ van de Antilliaanse dichtkunst in het Papiaments en was de langst levende. Juliana onderscheidde zich van de andere twee door zijn ritmische dichtkunst die zich in eerste instantie moeilijk liet vertalen. Fred de Haas, muzikant en vertaler, slaagde erin het werk van Juliana op een goede manier te vertalen. Een week voor zijn overlijden werd Elis Juliana nog benoemd tot eredoctor aan de Universiteit van Curaçao vanwege zijn bijzondere verdiensten voor de Curaçaose gemeenschap. Waarover hij zelf zei: ‘Mijn hele leven heb ik geprobeerd om het Curaçaose volk te verheffen. Of het mij is gelukt, is niet aan mij om te zeggen.’
In 1981 kwam Juliana voor het eerst naar Nederland op verzoek van Poetry International. In het najaar van 2007 maakte uitgever Franc Knipscheer (Uitgeverij In de Knipscheer) tijdens een bezoek aan Curaçao voor het eerst kennis met Juliana. Vanaf dat moment nam hij zich heilig voor iets van hem uit te gaan geven. Dat resulteerde in 2011 in de dichtbundel Hé Patu/Waggeleend, in vertaling van Fred de Haas. Een ritmische klankgedicht dat uitgroeide tot een echte eilandklassieker.
Het literaire werk van Elis Juliana beslaat meer dan een halve eeuw. Thematiek in zijn poëzie is de maatschappij, de geestelijkheid en de mentaliteit van het volk waarop hij kernachtig commentaar gaf. In De Avonden van de VPRO vertelt Fred de Haas dat deze schrijver en kunstenaar een rolmodel was voor veel mensen van Curaçao: ‘Elis heeft zijn werk altijd in dienst gesteld van de bewustwording van zijn volk. En uit al zijn gedichten blijkt dat hij graag wilde dat mensen zich bewust zijn van hun plek in de geschiedenis’.