Soms kan ik terugverlangen naar de tijd waarin een goed geschreven boek als La Modification van Michel Butor (1926 – 2016) kon verschijnen als een formeel experiment ingekaderd in een strak gestructureerde plot. Het verscheen in 1957 en kwam zeven jaar later als Retour Rome in een vertaling van C.N. Lijsen in het Nederlands uit als Literaire Reuzenpocket van De Bezige Bij. Achtenvijftig jaar later zou deze titel best weleens herdrukt mogen worden.
De Franse titel (la Modification) geeft al aan dat het om een Verandering gaat. En een vorm van verandering zal zich zeker gaan voltrekken in het hoofd van de zakenman van middelbare leeftijd Léon Delmont, vanaf het moment dat hij in Parijs op de trein stapt met bestemming Rome. Hij is getrouwd met Henriette en woont met zijn gezin in Parijs. Voor zaken reist hij regelmatig naar Rome waar hij ook een maîtresse genaamd Cécile heeft. Maar dit keer reist hij om een persoonlijke reden naar Rome: hij wil Cécile vertellen dat hij een baan voor haar heeft gevonden in Parijs en dat hij Henriette voor haar zal verlaten. Tegen het einde van de roman, dat wil zeggen tegen de tijd dat hij in Rome is aangekomen, is hij echter 180 graden van gedachten veranderd: een leven met die minnares gaat het niet worden, hij blijft bij zijn huidige vrouw. Enfin, het klinkt misschien als een synopsis van een saai, voorspelbaar boek. Maar dat is het dus niet. Het is namelijk zo’n soort boek dat niet makkelijk te verfilmen is omdat de manier waarop het verteld is zoveel rijker is dan het navertellen ervan. Dit boek stelt de reis niet alleen boven zijn bestemming, maar toont dat het reizen zelf de bestemming doet veranderen.
Wie dit boek aanprijst, prijst automatisch de schrijfstijl van het boek aan. Het opent in medias res met de opvallende stijl van de tweede persoon enkelvoud: in het Frans ‘vous’ en ‘jij’ in de Nederlandse vertaling. Deze vorm maakt dat de lezer wordt meegesleurd, zo niet zelf betrokken raakt in het zelfreflectieve denkproces van de hoofdpersoon Delmont. De gedetailleerde beschrijving van zijn treincoupé, zijn medereizigers, al wat hij door het raampje buiten waarneemt, zijn dagdromerijen, dat alles mengt zich met herinneringen aan eerdere ontmoetingen met Cécile in Rome en in Parijs. Er is geen alwetende verteller. De focus beperkt zich tot wat de hoofdpersoon tot zich door laat dringen aan waarnemingen en daarmee gewekte herinneringen. Het verhaal ontwikkelt zich dan ook puur op basis van observaties en associaties, zonder dat de innerlijke gedachtestroom van de hoofdpersoon in zijn totaliteit wordt onthuld. Terwijl de treinreis vordert, wordt de lineaire ontwikkeling van de reis onderbroken door kleinere episodes uit het verleden of ingebeelde toekomstige momenten met Cécile of met zijn vrouw Henriëtte. Gaande de reis komt hij tot de overtuiging dat laatstgenoemde eigenlijk zoveel beter bij hem past dan zijn minnares. Cécile hoort bij Rome, maar zijn vrouw en zijn leven horen bij Parijs. De zekerheid zijn vrouw te verlaten is gedurende de reis via twijfel omgeslagen in de zekerheid bij zijn vrouw te blijven. Hij maakt het plan om met zijn vrouw Rome te gaan bezoeken bij wijze van een tweede huwelijksreis. Voordat hij in Rome uit de trein stapt, stelt hij dat de twee steden hun geografische afstand moeten bewaren. Zijn uiteindelijke doel is veranderd: hij is van plan om in een boek de ervaring van zijn mentale reis en besluitvorming vorm te geven. De toon slaat op het allerlaatst om van de jij-vorm naar de ik-vorm. Alsof de auteur uit de huid van zijn hoofdpersoon is gekropen en nu namens zichzelf voor de dag komt. Het boek dat hij besluit te schrijven, en waarvan hij de vorm al in zijn hoofd heet, is eigenlijk het boek dat, de lezer in handen heeft.
Een waardig boek dat een traditioneel afgebakend plot combineert met een bijna postmoderne zelfreflectie. Het experimentele ervan dient zich zo natuurlijk aan dat de lezer nauwelijks zal hebben gemerkt dat de leestijd van dit ruim 270 pagina’s tellende boek ongeveer gelijk is aan de vertelde tijd waarin het verhaal van de treinreis van Parijs naar Rome zich afspeelt, namelijk even lang als de reële reis Parijs – Rome volgens het toenmalige spoorboekje, te weten bijna 24 uur.
Gedurende de zomer van 2022 schrijven verschillende recensenten van Literair Nederland speciale bijdragen over boeken die in hun ogen een herdruk of vertaling verdienen. Albert Hogeweij houdt een pleidooi voor een herdruk van Retour Rome of een nieuwe vertaling van het origineel: La Modification.