De verhalen van Julio Cortázar

Hoop op heruitgave door Mathijs van den Berg

 

‘Michel maakte zich schuldig aan literatuur, aan irreële hersenspinsels.’ (Uit: Het kwijlen van de duivel)

De Argentijnse schrijver Julio Cortázar (1914 – 1984) was een van de meesters van het korte verhaal. Hij schreef ook een aantal romans (waarvan Rayuela, een hinkelspel uit 1963 de bekendste is), dichtbundels en toneel, maar het waren vooral zijn verhalen die hem beroemd maakten. Cortázar behoorde met Márquez, Borges, Fuentes, Paz en Vargas Llosa tot de generatie grote Zuid-Amerikaanse auteurs die in de tweede helft van de vorige eeuw opkwamen. Zijn werk werd goed verkocht. Bovendien stond Cortázar, zoals meer intellectuelen en schrijvers in zijn tijd, bekend om zijn politieke stellingname. Hij sympathiseerde met linkse bewegingen in Cuba en Nicaragua en sprak zich uit tegen dictator Videla. Om die reden werd hem de toegang tot Argentinië ontzegd en werd hij Frans staatsburger. Ondanks zijn literaire faam en populariteit is Cortázar wat in de vergetelheid geraakt. Voor veel van zijn werk moet je je toevlucht zoeken tot antiquariaten, waar voor zijn Verzamelde verhalen hoge prijzen worden gevraagd.

Surrealisme

Cortázar werd in één klap beroemd met zijn eerste verhalenbundel, Bestiarium, uit 1951. Vooral het eerste van de acht verhalen, ‘Het bezette huis’, werd een klassieker. Het gaat over hoe onbekenden langzaam bezit nemen van een groot huis waarin een broer en een zus samenwonen. Het enige bewijs van de vreemde aanwezigheid zijn vage geluiden. Steeds barricaderen broer en zus hun overgebleven vertrekken, totdat ze uiteindelijk het huis moeten verlaten. Cortázar vertelde dat dit verhaal een bijna exacte weergave is van een nachtmerrie die hij had en die hij in één adem noteerde. Het verhaal is exemplarisch voor het soort fictie dat Cortázar schreef. Alledaagse situaties krijgen onverwachte wendingen en het fantastische mengt zich met het realistische, waardoor de verhaalwerkelijkheid een surrealistisch karakter krijgt. Voor Cortázar, die Jules Verne een van zijn leermeesters noemde, waren fantasie en werkelijkheid gelijkwaardig. Als lezer vraag je je voortdurend af wat waar is en wat niet.

Literair spel

Cortázar speelt een spel met de lezer. Er worden meerdere visies op de gebeurtenissen gegeven, vertellers zijn onbetrouwbaar, hij maakt gebruik van de monologue intérieur, de vertelwijze is niet-lineair. Steeds word je op het verkeerde been gezet. Cortázar hanteert een praatstijl, waarin zinnen soms alle kanten op gaan of hiaten bevatten. De lezer moet de werkelijkheid in elkaar puzzelen, zonder dat die uiteindelijk duidelijk wordt. In ‘De gesloten deur’ hoort een hotelgast van de gerant dat in de kamer naast hem een alleenstaande vrouw zit. Toch hoort hij ’s nachts een baby huilen. Beeldt hij zich dat in, of vertelt de gerant hem niet de waarheid? De hotelgast verzint een verklaring en grijpt in, omdat hij van het gehuil niet kan slapen. De volgende dag vertrekt de vrouw van haar kamer. Cortázars verhalen zetten, zoals alle goede literatuur, de verbeelding aan het werk. Zijn verhalen zijn multi-interpretabel.

Illusie

De schrijver schept een illusie van een werkelijkheid door op een zakelijke, gedetailleerde manier, maar ook in geuren en kleuren een wereld op te roepen. De hoofdpersonen zijn vaak ‘verslaggevers’: ze schrijven brieven, een dagboek, wetenschappelijke rapporten of nemen foto’s. Hun observaties zijn echter subjectief en vol fantasie. In ‘Het kwijlen van de duivel’, dat regisseur Antonioni inspireerde voor zijn film Blow-Up (1966), observeert een fotograaf een vrouw en een jongen. Moeder en zoon? Geliefden? Of misschien kindermisbruik? Er blijkt ook nog een man in het spel te zijn. Aan de hand van de enorme vergroting van de foto die hij van hen neemt laat de fotograaf zijn fantasie de vrije loop. In Cortázars verhalen worden vaak verwachtingen beschreven, die vervolgens niet uitkomen. Personages hebben een filosofische inslag.

Fantastisch

De verhalen bevatten veel fantastische, absurde elementen. In Bestiarium hebben die vaak betrekking op dieren. Mensen en dieren vormen samen een bestiarium, waarin hun eigenschappen worden beschreven. In ‘Brief aan een meisje in Parijs’ braakt de ‘ik’ konijntjes, die de maniakale orde in de flat waarop hij past letterlijk aanvreten. In ‘Hoofdpijn’ dragen fabeldieren, zogenaamde ‘mancuspias’ – een hybride van knaagdieren en vogels – neurologische aandoeningen over, die de werkelijkheid vertekenen. In het titelverhaal hangt boven de vakantie-idylle van een jong meisje voortdurend de dreiging van een op hetzelfde landgoed aanwezige tijger. Steeds is er in de verhalen sprake van dreiging. De drama’s, die zich voor een groot deel op de achtergrond afspelen, zijn vaak gewelddadig.

Modern

Cortázars verhalen prikkelen de geest. Ze geven een scherpe en genadeloze blik op de mens en zijn daden, die tot nadenken stemt. Door de experimentele vorm en onopgesmukte stijl ogen ze nog steeds fris en modern. Bovendien zijn ze in voortreffelijk Nederlands vertaald. Cortázar lezen is een avontuur waarin je als lezer alle ruimte hebt, zoals in alle grote literatuur. Hoog tijd dus voor een heruitgave van de Verzamelde verhalen.

 

De verhalen van Julio Cortázar, Bestiarium. Meulenhoff , Amsterdam, 1984. Vertaling J.A. van Praag, Barber van de Pol.
De mooiste verhalen van Julio Cortázar. Meulenhoff, Amsterdam, 1996. Vertaling Aline Glastra van Loon (ook naw.), Barber van de Pol, J.A. van Praag, Mieke Westra.

 

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Recent

Literair Nederland - 10 jaar geleden

10 juni 2013

Sprookjesachtige bundel tragische lotgevallen
Recensie door Adri Altink

Recensie door Adri Altink 

De wonderlijkste geschiedenis in de debuutbundel van Kerim Göçmen is het titelverhaal. De verteller daarin noemt zichzelf ‘bij gebrek aan een betere benaming een kwelgeest’. Hij is dat geworden na een ‘fatale gebeurtenis’ die hem als baby trof.

Dit delen: