Els van Swol zou graag De koning van het puin van Judicus Verstegen opnieuw uitgegeven zien worden.
VOLLEDIG MENS WORDEN
Tijdens mijn studie kreeg ik opeens de geest en kocht op één dag meteen maar liefst vier boeken van de schrijver Judicus Verstegen (1933-2015). Waar ik het geld als student vandaan haalde, is mij een raadsel. Hoe ik opeens op het spoor van Verstegen kwam iets minder. Het had waarschijnlijk te maken met een opmerking van docent Kees Fens (1929-2008) die een jaar daarvoor over Verstegen had gepubliceerd. Er zal een trigger zijn geweest tussen de thematiek van Verstegen in het verlengde van het existentialisme waar ik mij, zoals veel negentienjarigen, mee bezighield.
Die vier boeken waren zijn debuut de roman Legt uw hart daarop, de verhalenbundel Een zon bij nacht, een boek dat verschillende genres overschrijdt, De vloek van het schema en tenslotte nog een verhalenbundel, De koning van het puin.
De schrijver Judicus Verstegen
Ik beperk mij hier tot die laatste bundel, maar eerst: wie was Verstegen eigenlijk méér dan de man die aanleiding gaf tot ophef rond een al dan niet vermeende sleutelroman (De koekoek in de klok, 1969) en de schrijver met een treurig levensverhaal? Ik ontleen enkele gegevens aan het proefschrift van Susanne Janssen: In het licht van de kritiek (1994).
Verstegen werd in 1935 in Den Helder geboren. Hij studeerde scheikunde en was werkzaam als chemicus in Nederland, Noorwegen en Israël, waar hij ook fotografeerde. Zijn foto’s worden bewaard in het Literatuurmuseum. Als schrijver debuteerde hij in 1967 in Maatstaf. Van 1967-1982 verschenen dertien romans of verhalenbundels van hem. Daarna werd het stil. Op zijn vijftigste werd hij opgenomen in psychiatrisch centrum Willibrord in Heiloo. Hij overleed in 2015.
Zijn debuutroman Legt uw hart daarop kreeg voldoende aandacht. Janssen telt tien recensies: vijf in landelijke- en vijf in regionale bladen. Alle tien ‘overwegend positief’. De auteur ontving er twee (regionale) prijzen voor: de Debuutprijs van de Groot-Kempische cultuurdagen en de Debutantenprijs van de gemeente Hilvarenbeek 1968. Bij herlezing komt het boek mij inmiddels helaas wat gedateerd over.
Janssen constateert dat sommige recensenten na 1970 niet meer op Verstegens nieuwe publicaties reageerden. Zo vielen ze tussen wal en schip. Ook het ontbreken van interviews in literaire tijdschriften en bijlagen heeft hier volgens haar aan bijgedragen.
Een uitzondering leek Joris van Casteren te worden. Hij bezocht Verstegen in Heiloo. Bijna, want Van Casteren mocht de kamer niet in; hij zou Verstegen naar eigen zeggen maar storen bij het schrijven. Van Casteren memoreert het voorval in zijn boek Zeg mijn lezers dat ik doorschrijf (2006), portretten van vergeten schrijvers.
De verhalen van De koning van het puin
De negen verhalen in De koning van het puin hebben als gemeenschappelijke noemer verlies op allerlei mogelijke manieren.
Het eerste, beklemmende verhaal is een oorlogsverhaal dat in de verste verte niet onderdoet voor de vele, bekendere verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Het gaat onder meer over een fabriek die soldaten niet prijs willen geven – nog akelig actueel. Er restten alleen puin, doden en zwarte melk; een reminiscentie aan het gedicht Todesfuge van Paul Celan.
In het tweede verhaal staan Harry en diens vrouw centraal. Hij wordt opgeroepen voor Vietnam, waar hij omkomt. Zijn vrouw weigert een begrafenis met militaire eer. Een eerlijk en indrukwekkend verhaal.
Het derde verhaal stelt Mozes Mendel en diens kraai voor. Mozes had zijn gezondheid in Mauthausen verloren, daarna zijn vrouw en toen ook nog eens zijn kraai. Het verhaal geeft schrijnend weer hoe joden uit de kampen bij terugkomst in Nederland in de mallemolen van de bureaucratie terechtkwamen. Ook dat is op andere terreinen nog steeds actueel.
In het vierde verhaal draait het om Henri en Eliza uit Frankfurt (Frankfort schrijft Verstegen), maar vooral ook over de verhouding tot Henri’s broer David. Op een dag besluit Henri naar Israël te emigreren. David zag het zionisme niet als een oplossing, omdat het onrecht doet aan anderen ‘die ons geen strobreed in de weg hebben gelegd’. Het verlies is in dit verhaal niet alleen het verlies van het bedrijf in Frankfurt en de dood van David, maar ook dat van de Arabieren, waarvan er een tegen Henri zegt dat hij hoopt ‘dat Allah in zijn wijsheid ons nog eens als broeders zal samenbrengen’. Een hoop die nog steeds leeft.
Het vijfde verhaal. Een schrijver is gestorven. De ik-figuur, die geen hoge dunk van hem heeft, moet voor de krant een necrologie over hem inleveren. Hetzelfde thema als in het verhaal over Harry die in Vietnam omkwam duikt op: over waarheid en leugen. De chef van de krant vindt dat de journalist ‘niet meer in staat [is] tot objectief oordelen’ en stuurt hem met ziekteverlof. Dan gebeurt er iets verrassends.
Het zesde verhaal gaat over de zoektocht van een vader naar een fonds dat de studie chemie van zijn zoon kan financieren, wat lukt. Omdat de mevrouw die het fonds beheert meent dat de zoon ook een ‘volledig mens’ moet worden, moet hij met een groep medestudenten De meeuw van Tsjechov instuderen. Volledig mens zijn of worden is, naast het centrale thema verlies, een belangrijk neventhema in het werk van Verstegen.
Het volgende, zevende verhaal, is filosofisch van aard. Het gaat ten diepste over machteloosheid en machtswellust.
Het op een na laatste verhaal, ‘Het onderzoek’, stelt een groep onderzoekers in Iran centraal. Qua sfeer doet het denken aan Nooit meer slapen van W.F. Hermans: pessimisme, angst en dood.
Het laatste verhaal speelt zich daadwerkelijk af in het Noord-Scandinavië van Hermans. Een personage, Marvie, wordt bedreigd door haar vader. Met de ik-figuur vlucht ze, maar valt aan iets anders ten prooi.
Existentialistisch denken
Meteen na het herlezen van vooral de eerste verhalen wist ik weer wat mij destijds zo in het werk van Verstegen moet hebben aangetrokken en nu wéér raakt: literatuur die als gezegd gedrenkt is in het existentialistische denken. Verlies zal mij als adolescent minder hebben gezegd, maar volledig mens worden des te meer. En filosofie sprak mij ook toen al aan.
De verhalenbundel die in 1970 verscheen bij Querido is antiquarisch nog ruim verkrijgbaar (in bibliotheken aanzienlijk minder), maar een herdruk zou niet misstaan, hoewel Verstegens boeken later door De Bezige Bij werden uitgegeven. Verstegen was onmiskenbaar een groot schrijver en zijn nog steeds actuele thematiek van in ieder geval deze bundel spreekt ook heden ten dage nog aan.
Dit is een bijdrage in het kader van de rubriek Hoop op heruitgave. Gedurende de zomer van 2022 zullen onze recensenten bijdragen leveren over boeken die zij opnieuw onder de aandacht willen brengen, of waarvan ze vinden dat ze het waard zijn om heruitgegeven of vertaald te worden.