Wie het afgelopen jaar verstandig heeft doorgebracht, heeft dat grotendeels al lezende gedaan. Er is veel verschenen dat de moeite waard is, zoals de sterke essaybundels van Miriam Rasch en Thomas Heerma van Voss, de geslaagde prozadebuten van Gerda Blees en Marijn Sikken, en de gratis verspreide heruitgave van Isaac Asimovs Ik, robot waar ik van onder de indruk was. Maar mijn hart ligt uiteindelijk het meest bij de poëzie en ook op dat vlak was het een mooi jaar, en daar wil ik onder meer de onderstaande vijf gedichtenbundels voor bedanken.
De aandacht voor Jan Glas’ vorige gedichtenbundels – vier in het Gronings en één in het Nederlands – was slechts bescheiden, ondanks de lovende woorden van grote namen als Ester Naomi Perquin, Ellen Deckwitz en Wim Brands. Op moment van schrijven is Het waaide er nog niet zo lang uit, dus ik kan moeilijk inschatten of deze bundel wél de aandacht krijgt die boek en Glas verdienen. Maar het kan geen kwaad om nog eens te wijzen op deze fijne poëzie die zowel nuchter als surrealistisch is, en waarin over ‘De man die goeie pakken droeg’ opgemerkt wordt: ‘In een voorjaar groeide een struikje verstandige / opmerkingen uit zijn mond. Het struikje / werd een boom en de man verdween in de grond.’