30 december 2017

Het eindejaarslijstje 2017 van Hans Muiderman

Drie vaders

Het was in de trein. Januari 2017, Utrecht – Den Bosch, denk ik. ‘Zien, herinneren, begrijpen. Alles hangt af van de plaats waar je staat.’ In mijn jaszak zocht ik naar een potlood om die woorden aan te strepen. De openingszinnen uit De rustelozen van Linn Ullmann, dochter van actrice Liv Ullmann en cineast Ingmar Bergman. Ze is bij het verschijnen van dit boek 50 jaar, even oud als haar vader was toen zij werd geboren. Haar vader en moeder maakten tien films met elkaar.
In 2016 was ik op het eiland Farö, in het noorden van de Baltische zee. Bergman woonde en filmde daar. Ik liep over het strand waar de film Persona is opgenomen. In mijn gedachten zag ik twee vrouwen lopen langs de kustlijn: een actrice (Liv Ullmann) die tijdens een voorstelling plotseling niet meer kon praten en haar verzorgster (Bibi Anderson). De verzorgster schreeuwt naar haar, de actrice zwijgt en vlucht. Persona, een film over het verlies van identiteit. Op het moment dat die in première ging, was Linn Ullmann net geboren.
Zittend op het strand in Farö, schreef ik: ‘Ik ga hier terug naar de tijd dat ik een filmgek werd. Misschien is dat wel het optimum van reizen: weggaan, aankomen op een plek in het onbekende, iets zien en je eigen geschiedenis begrijpen.’ Met haar openingszin formuleerde Linn Ullmann mijn gedachten. Puntiger dan ik het deed.
De rustelozen is een teer maar ook schrijnend verhaal. Linn, als een spichtig kind, opgegroeid met ouders die altijd in de aandacht stonden. Linn Ullmann interviewt, aan het eind van zijn leven, haar vader die steeds vergeetachtiger wordt. In het boek schetst ze een broze verhouding tussen vader en dochter, altijd beleefd naar elkaar. Confrontaties werden vermeden. De lezer blijft achter met een leeg gevoel dat ook het kind Linn gekend moet hebben.

 

De rustelozen
Linn Ullmann
Vertaling door: Lucy Pijttersen
Verschenen bij: Overamstel Uitgevers
ISBN: 9789048834921
352 pagina's
Prijs: € 24,99

In vergelijking met de voorzichtige verhouding tussen vader en dochter in De rustelozen, komt schrijver Alfred Birney er met gestrekt been in.
‘Toen ik twaalf was gaf je me een pen, een echte vulpen, een Hoover. Met inktpot en een inktlap. Je gaf me die pen uit schuldgevoel nadat je me de trap op en af en weer op had geschopt in die ellendige gezinswoning van ons in Den Haag-Zuidwest.’
In De Tolk van Java geeft Birney met bezetenheid zijn vader ervan langs, althans in het eerste gedeelte van het verhaal. Dit kan niet zo doorgaan, denk je als lezer, dit boek explodeert.
Als kind zag ik de vechtpartijen tussen de Indo’s en de nozems in Den Haag. Ik herinner me die als bijna-geluidloos: piepende zolen van gymschoenen en het doffe geluid van af en toe een klap. De Indo’s waren beweeglijker en vochten slimmer. Aan mijn moeder vroeg ik naar het waarom van die vechtpartijen. ‘De Indo’s zijn mooier en pakken de meisjes van de nozems af.’ Zo simpel was, voor mij als kind, het gevolg van de repatriëring van Indonesische gezinnen. Birney toont niet alleen de halfslachtige opvattingen over integratie die hij als kind in Den Haag gevoeld moet hebben, maar ook de erfenis van ons land als koloniale mogendheid (zo heette dat ) waar we ook nu nog nauwelijks mee om kunnen gaan. De naweeën van de Tweede Wereldoorlog waren toen nog te dichtbij. Dat er ook veel verder weg een oorlog had gewoed…, ach ja, nou ja… zo werd er gedacht.

 

Lees de recensie van Rob van Dam over De tolk van Java hier op Literair Nederland

De tolk van Java
Alfred Birney
Verschenen bij: De Geus
ISBN: 9789044538502
544 pagina's
Prijs: € 19,99

‘Ik ben geboren in 1944. Mijn vader heeft anderhalf jaar geleefd in een ruimte waarin hij zich nauwelijks kon bewegen,’ lees ik vorige week op de achterkant van The invisible live of Christian Boltanski in de bookshop van museum De Pont.
Thuisgekomen sta ik, met mijn jas nog aan, voor mijn boekenkast. Ik zoek De schuilplaats van Christophe Boltanski. Een verhaal over een Joodse familie geschreven aan de hand van herinneringen die een Parijs’ herenhuis bij de verteller oproept.
In het boek is Christian de oom van de verteller Christophe. De grootvader in het boek is de man die moest onderduiken voor de Duitsers.
‘We waren altijd bang. Voor alles, voor niets, voor anderen, voor onszelf. [..] Voor kleine gebeurtenissen en de grote geschiedenis.’Christian Boltanski werd geboren op 6 september, de dag van de geallieerde bombardementen op Duitsland. Als puber schilderde hij al oorlogstaferelen. Niets anders dan dat. In De Pont zag ik zijn installatie Menslich, honderden foto’s, voornamelijk gezichten of fragmenten daarvan, van vloer tot aan het plafond. Zwart-wit, drie muren lang. ‘Daders en slachtoffers’, zo luidt de toelichtende tekst.
Ik zoek naar wie slachtoffer, wie dader is. Of dat te maken heeft met scherpe of wazige foto’s, met wie boven of onder hangt, unter und oben, neben und hinter. De Duitse taal komt als vanzelf. Welke daad de dader begaan heeft, of een lieflijk gezicht vrij van schuld of juist een teken van verraad is. Of ik in de foto van de baby een toekomstig slachtoffer of dader zie. Of beide. Of het verminkte gezicht van een dader of een slachtoffer is, en of dat verschil maakt. Of schuld en onschuld, goed en kwaad wel te onderscheiden zijn.
En staand voor mijn boekenkast, terwijl verderop in een school of kerk ‘Vrede op aarde’ gezongen wordt, blader ik in De schuilplaats. ‘Bang voor fatsoenlijke mensen die in gewijzigde omstandigheden kunnen veranderen in misdadigers. Bang voor de veranderlijkheid van de mens en van het leven. Bang voor het ergste, want dat gebeurt altijd.’

 

Lees de recensie van Hans Vervoort over De schuilplaats hier op Literair Nederland

De schuilplaats
Christophe Boltanski
Vertaling door: Prescilla van Zoest
Verschenen bij: Uitgeverij Cossee
ISBN: 9789059366916
288 pagina's
Prijs: € 19,99