Je keek ervan op dat je zondagmiddag, terwijl je in de keuken dadels tot pulp vermaalde, bloem, amandelmeel afwoog, naar baksoda zocht, rabarber afsneed in de tuin, die waste onder de kraan, plots (met een gevoel van verheugen) dacht, ‘Hé, vanavond ‘Eus’ Boekenclub’. Je voegde de droge ingrediënten bij elkaar, klutste eivervanger en olie door elkaar en riep naar man in de tuin dat het vanavond boekenclubavond was. Een programma over boeken is altijd goed, wie het ook presenteert, hoe het ook aangevlogen wordt. Toch? Gek was wel dat je uitkeek naar een programma waarop je zoveel commentaar leverde tijdens het kijken, dat het geen genoegen was naast je op de bank te zitten. Man verdacht je ervan dat jouw verheugen te maken had met leedvermaak. Maar weet, je bent vergevingsgezind, je vindt dat een boekenprogramma alle credits moet hebben. Toch wende het niet dat de presentator elke uitzending in dezelfde groef stapte.
De presentator zei voor de zoveelste keer: ‘We vieren nog steeds de liefde voor het lezen.’ Let op dat ‘nog steeds’, alsof ook hij begreep dat er in herhalingen gesproken werd. Je keek weg, vergaf het de presentator, dacht meer richting redactie. Die zijn presentator over de naam van zijn alter ego dragende rubriek laat zeggen, ‘Maar eerst gaan we naar Eus’ Minibieb, dat begint inmiddels een begrip te worden…’. Wat je natuurlijk aan anderen moet overlaten, of iets een begrip is of niet. Elke rubriek krijgt exact dezelfde inleiding als in alle voorgaande afleveringen. Je stak je vingers in je oren om het niet te hoeven horen. Je vermoedde dat de presentator bang was dat zijn publiek geen actieve herinneringen over hield an dit programma. Dat het steeds weer uitgelegd moest krijgen wat elk programmaonderdeel inhield. Alsof we figuranten waren in de film Groundhog Day, wat een metafoor is voor een saaie of nare situatie die zich steeds maar weer herhaalt.
In de ‘ongepubliceerde schrijver’ wordt er iemand uitgenodigd om zijn manuscript te promoten in de hoop dat een uitgever geïnteresseerd raakt. Deze schrijver bleek al een uitgever te hebben. Dat was vreemd, het klopte allemaal net niet; die missie om mensen aan het lezen te krijgen, schrijvers op zolderkamertjes aan de uitgever te brengen. Je was al gewend aan versprekingen door gasten en presentator. Door het heen en weer geloop van binnen naar buiten, en weer naar binnen, blijft de ruimte om correct te formuleren beperkt. Wat deze week tot lachwekkende gevolgen leidde.
Bart Chabot vond, toen hem na afloop werd gevraagd, ‘Hoe vond je het?’ (solliciteren naar een compliment) dat hij het getroffen had met ‘Stef Blok …’, waar hij Stef Bos bedoelde, die overigens ‘tot tranen toe beroerd’ was. Waarbij je je oprecht afvroeg of hij tijdens het lezen misselijk was geworden, of dat hij zich onbetamelijk betast voelde. Die uitspraak van Stef Bos vond de uitgever van Chabot weer een mooie quote voor een advertentie in de landelijke dagbladen, wat je het Eus’ Boekencub effect zou kunnen noemen.
Wat blijft is de verdeeldheid van twee soorten kijkers, zij die niet lezen en groot fan van de presentator zijn, en zij die lezen, die niets tegen de presentator hebben maar verlangen naar een programma waarin minder ‘ondertiteling’ wordt gegeven en meer inhoudelijke gesprekken (show don’t tell). Wat het wel losmaakt, is dat sinds Sonja Barend op tv was er niet zoveel gezamenlijke betrokkenheid onder de medemens over een tv programma ontstond. Als stonden we allen op maandagochtend weer bij de koffiemachine, de voors en tegens van ‘Eus’ Boekenclub’ nog eens door te nemen. En dat is ook wat waard.
Inge Meijer is een pseudoniem, leeft op bij een goed verhaal.