Gelukkigheid

Opeens valt het op (voor wie omhoog durft te kijken) dat de vliegtuigstrepen tegen het azuurblauw toenemen. Er blijkt geen andere remedie tegen te bestaan dan een lockdown. Maar goed, als het geluk per easy jetplane te bereiken is, ja, wie wil dat niet. Te gaan waar een ieder gaat, bereikbaar voor ieders budget. In onze uniciteit willen we allen dezelfde doelen bereiken, toch? Vliegen naar een land waar altijd de zon schijnt, waar we nooit geweest zijn, of al zo vaak, of omdat het nu eenmaal kan. Gedreven door een soort in het vooruitzicht gesteld geluk, ergens, ver weg. De biografie Hemelse mevrouw Frederike (prachtige titel), van Maaike Meijer, over kunstenaar en dichter F. Harmsen van Beek (1927-2009), lees ik met groot genoegen. Harmsen van Beek liet zich niet lauweren, schreef brieven in de vorm van een vlinder, gepriegel in leesbaar handschrift. Creëerde taferelen in een halve notendop, maakte van heel haar huis een kunstwerk. Geluk, daar deed ze niet aan. Ze had vele liefhebbers, geliefden, vrienden, maar geluk? Nee, dat zocht zij niet, en zo ze het vond, stootte ze het van zich af. Toen ze in mei 1994 was uitgenodigd voor ‘picknicken op de dijk’ met vrienden, schreef ze:

 ‘Waarom ik niet etc.’

Goedzo: niet mee picknicken maar de hond
wel, ja, gelukzalig de hond. ‘en wat
doe jij dan, tijdens het niet picknicken’
‘Nou, een hoop in te halen enzo en vooral
niet picknicken-‘
‘Waarom eigenlijk niet?’

Ik kan niet meer tegen gelukkigheid en
nog minder tegen het op je netvlies (die
zon) ingebrande tableau van hoe het
eigenlijk, van huis uit zelfs, hoorde:
gewoon met hond en al gelukkig
op weilanden. Zijn.

En terwijl jullie Bo en Lifa in het gras
zitten, ben ik bezig, in beeldschoonloze
duisternis en stof een vlinder te ver
worden. en later, als ik
mijn vleugels heb opgeblazen,
vlieg ik weg over alle weilanden
waar lievelingen en hun
honden picknicken.

Denk dan: zie je nou wel!

Dit gedicht werd voor het eerst gepubliceerd in deze biografie. Harmsen van Beek is een tot de verbeelding sprekende persoonlijkheid, mijn verbeelding zeker. Haar gedichten maakten toendertijd grote indruk, maar zij wilde haar gedichten niet geïnterpreteerd krijgen. Ze heeft het opgeschreven zoals het gebeurde, niets verzonnen of verwrongen.  Kees Fens, die haar eerst niet zo kon plaatsen, is helemaal om na een tv uitzending van Hans Gomperts in gesprek met haar in 1981. Daarin heeft ze het over haar inzet voor het vergankelijke: ‘Scheppen is zinvoller dan het geschapene. In een bevroren ruit met eindeloos geduld en heel veel inspanning een heel fijne tekening maken […] je uiterste best doen en toch weten: als direct de zon  komt, is bijna meteen alles weer weg.’ Het is van een verterende simpelheid der dingen, zonder winstbejag of doel, altijd gaande blijven. Geluk veroorzaakt een genadeloze passiviteit, maakt handen tot nutteloze wapperaars. 

Haar eerste liefde, Jan Hooglandt, schreef achter op een foto van haar, ‘she was too young to throw herself under the wheels of happiness’. Wat van een geweldig inzicht getuigt. Mooi is dat je er ook te oud voor kunt zijn om je onder de wielen van het geluk te gooien. Kijk naar geluk als naar een vlieger tegen het azuurblauw, blijf op de grond.

 

 

Hemelse mevrouw Frederike / Biografie van F. Harmsen van Beek (1927-2009) / Maaike Meijer / De Bezige Bij


Inge Meijer is een pseudoniem met een boekenkast.

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Meer van Inge Meijer: