Fotosynthese 25 – Gulag
Een klik op de foto toont de (actuele) achtergrond in zijn geheel.
De documentaire die ik zat te kijken was bijna afgelopen toen er werd aangebeld. Ik zette de TV op de pauzestand. Even later was het alsof het (onbelangrijke) gesprekje aan de deur mijn aandacht had vrijgemaakt voor nieuwe interpretaties: toen ik in de kamer terugkeerde riep het stilstaande beeld ineens een ander bij me op, dat ik ooit had gezien op de expositie Meer licht in De Fundatie in Zwolle. Daar hing de foto van kalme golven bij Zeebrugge, gemaakt door Gert Jan Kocken. Het bijschrift maakte dat je ineens ontregeld werd: ‘On March 6th 1987 the Herald of Free Enterprise capsizes just outside the harbour of Zeebrugge killing 192 people’.
Iets dergelijks gebeurde er toen ik de still zag op mijn scherm waarop ik de documentaire Gulag, a Life under the Sovjet System van Michaël Prazan had bekeken. De filmer volgt daarin de reis van de kleindochter van een man die onder Stalin naar de goelags was verbannen. In het stilstaande beeld zag ik ineens de schoonheid van een sneeuwlandschap zoals dat waar ik wel eens met een kinderlijk plezier door heen had gewandeld na een nacht waarin een dik pak was gevallen. De hoeveelheid sporen erin wekken de suggestie dat anderen iets dergelijks deden op weg naar een oneindige verte. Maar de romantiek van het beeld verdween meteen, net als bij de foto van Kocken, toen ik me realiseerde dat het de still was in een film vol gruwelijkheden die ik had bekeken tot de deurbel ging.
De strafkampen van Stalin zijn in het Westen het meest bekend geworden door De Goelag Archipel van Aleksandr Solzjenitsyn, dat in de jaren ’70 van de vorige eeuw in het westen verscheen. Goelag was een Russisch acroniem voor een stelsel van straf- en werkkampen in Siberië. In de 19de eeuw stuurden de tsaren er (in hun ogen) criminelen naar toe. Vooral onder Stalin kon je er voor het stelen van een brood al naar toe worden verbannen, maar vooral als je als ‘vijand van het volk’ werd gezien. In toenemende mate werden de kampen ingezet voor de winning van goud, tin, hout en steenkool en werden de ‘ongewenste elementen’ daar afgebeuld. Het grootste gebied met dergelijke werkkampen was de Kolyma, genoemd naar de rivier die er doorheen loopt.
Ik leerde zelf het onderscheid tussen Kolyma en de rest van Siberië pas maken toen ik kennis maakte met Berichten uit Kolyma van Varlam Sjalamov. Kolyma was het meest barre deel van Siberië en geen man schetste dat beter dan hij. Solzjenitsyn (die elders in Siberië gezeten had) schreef over Sjalamov ‘dat hij en niet ik de bodem heeft bereikt van de verdierlijking en de wanhoop waar het kampbestaan ons naartoe trok’. Sjalamov zat tweeëntwintig jaar vast, vijf jaar in de Oeral en zeventien in Kolyma. Hij werd voor het eerst gearresteerd toen hij 22 was en herkreeg pas definitief zijn vrijheid op zijn 47ste (hij overleed in 1982). Zijn Berichten bestaat uit fictieve verhalen over het leven in Kolyma.
Onder de ballingen in de verschillende kampen bevonden zich veel kunstenaars. Die hadden geen enkele vrijheid om te schrijven, te componeren of te tekenen. Toch zijn er opzienbarende scheppingen ontstaan. In het gruwelijke Kolyma was dat vrijwel niet mogelijk . Heel bijzonder vind ik daarom wat Vsevolod Zaderatsky in Kolyma presteerde. Van hem zijn de 24 Preludes en fuga’s voor piano overgeleverd, die hij had gecomponeerd op stukjes papier die hij vond of telegramvellen die hij af en toe van een bewaker lospeuterde, zonder dat hij een muziekinstrument, laat staan een piano, bij de hand had.
Sjalamov schreef aan het eind van zijn ballingschap al wel gedichten, maar zijn verhalen zette hij pas op papier toen hij weer was vrijgelaten. Uit één daarvan, Grafrede, weten we dat er minimaal één Nederlander in Kolyma zat. In dat verhaal beschrijft Sjalamov een aantal doden. Veel alinea’s beginnen hetzelfde: ‘[Naam] is dood’. Tussen al die namen: ‘Frits David is dood. Hij was een Hollandse communist (…) Hij had mooi krulhaar, blauwe ogen en een kinderlijke mond (…) Frits David was de eerste van ons transport die een pakket ontving. Zijn vrouw had het uit Moskou gestuurd. In het pakket zat een fluwelen kostuum, een nacht hemd en een grote foto van een knappe vrouw (…) Frits David is gek geworden en ze hebben hem ergens heen gebracht. Zijn nachthemd en de foto werden meteen de eerste nacht al gestolen (…) waarom, wat had iemand aan een foto van een onbekende?(…) “Dat is niet zo moeilijk te raden” [zei een pientere gespreksgenoot]. Die foto hebben de criminelen gestolen voor een seance, zoals ze dat zelf noemen. Voor zelfbevrediging, mijn naïeve vriend”…’ (vertaling: Marja Wiebes en Yolanda Bloemen).
Af en toe lees ik nog altijd een paar verhalen in Berichten uit Kolyma. Er komt dan een moment dat ik het boek weer dicht vouw en op Spotify de 24 Preludes en fuga’s beluister. Met gesloten ogen zie ik de sneeuwvlakte.
Fotograaf: Gert Jan Kocken
Fotosynthese is een door Rudy Kousbroek geïnitieerd genre waarbij beeld en tekst een verbinding aangaan.