De omslag en ook de titel voorspellen weinig goeds. Wie niet beter weet zou denken dat Van alles het beste een dertien in een dozijn chicklitromannetje is. De hele waarheid is dit alleen niet. Rona Jaffe schreef dit boek, over het wel en wee van vijf jonge ambitieuze vrouwen in New York, namelijk al in 1958.
Jaffe, destijds eind twintig, baseerde Van alles het beste op haar leven en dat van haar vriendinnen. Haar bedoeling was, volgens eigen zeggen, om de harde werkelijkheid van het leven in een grote stad als New York, waar alles draait om succes en uiterlijkheden, voor het voetlicht te brengen. Alle drama’s in het boek ten spijt, werd de waarschuwing nauwelijks opgepikt. En masse reisden meisjes af naar New York om net als hun heldin Caroline een baan te zoeken bij een uitgeverij.
Het is begin jaren vijftig. Caroline, een meisje van net twintig en recentelijk aan de kant gezet door haar verloofde, neemt een simpel baantje aan op de typekamer van een uitgeverij. Zo heeft ze in elk geval iets om handen. Bij dezelfde uitgeverij werken ook Gregg, een actrice in de dop, Mary Agness en Barbara die van haar schamele loon zowel haar moeder als haar kind moet onderhouden. Ook April gaat bij Derby Books als typiste aan de slag ondertussen dromend van een grootse carrière als actrice.
Al snel ziet April in dat duizenden meisje dezelfde droom najagen en ze geen schijn van kans heeft. Gregg heeft net iets meer succes. Maar ook zij heeft de grootste moeite om een rol te bemachtigen. Tot diep in de nacht hangt ze rond op feestjes van the rich and famous in de hoop opgemerkt te worden door iemand die haar carrière een zetje kan geven. Als een beroemde toneelschrijver interesse in haar toont, stort ze zich dan ook vol overgave op hem.
De vrijgevochtenheid waar Gregg prat op lijkt te gaan, blijkt een dun laagje vernis. Diep in haar hart wil ze uiteindelijk niets liever dan trouwen. Ook de rest van de meisjes in de typekamer dromen dat ze ooit net als Mary Agness, die druk bezig is voorbereidingen te treffen voor haar aanstaande huwelijk, hun leven te kunnen wijden aan de man van hun dromen.
De roeping van de vrouw is en blijft natuurlijk de zorg voor man en kind. En wie scheidt en met een kind achterblijft, zoals de door haar man in de steek gelaten Barbara, wordt met de nek aangekeken. ‘Als je trouwt, weet je niet zeker of je gelukkig wordt, maar als je trouwt en dan je huwelijk de rug toekeert, kun je niet gelukkig worden. Dan moet je ermee leven dat je wegloopt voor je verantwoordelijkheid.’
Dat de mannen niet direct te porren zijn voor een huwelijk, merken alle meiden aan den lijve. Tot vermoeienis toe wordt de lezer in razend tempo op de hoogte gehouden van alle grote en kleine dieptepunten in de zoektocht naar de ‘ware’. Bladzijde na bladzijde volgt de ene mislukte relatie de andere op. Geluk lijkt voor niemand weggelegd. Jaffe doet er alles aan om alle romantische clichés in stand te houden. In dweperige bewoordingen ratelt ze maar door.
Uiteindelijk is Jaffe natuurlijk niet anders dan een kind van haar tijd. Toch toont ze ook lef. Zonder veel omhaal van woorden, en zonder met een beschuldigend vingertje te wijzen, stelt ze taboes als abortus aan de kaak. Ook laat ze zien dat vrouwen wel degelijk hun mannetje kunnen staan. Zelfs in de door de mannen gedomineerde cultuur als de uitgeefwereld lukt het Caroline om op eigen kracht op te klimmen tot redactrice.
Al moet ze hierbij wel de grijpgrage handjes en de denigrerende opmerkingen van de baas voor lief nemen. ‘Een vrouw moet niet proberen om zo te denken als een man, want dat kan ze niet, hoe hard ze ook haar best doet.’
Dat het de normaalste zaak van de wereld is dat mannen kunnen doen en laten wat ze willen, ondervindt ook Barbara. Op een personeelsfeestje wordt ze rücksichtsloos ontslagen door de baas als zij weigert in te gaan op zijn seksuele avances. Ervan opkijken doet niemand. Tenslotte, boys will be boys.
Een sociaal document noemt Jaffe haar eigen boek in het voorwoord dat ze schreef voor de Engelse heruitgave in 2005. Ze had geen betere typering kunnen bedenken. Hoewel het geen slecht boek is, en Jaffe in het bezit is van een prettige schrijfstijl, is het niet het verhaal zelf dat nog enige indruk maakt. Dat zijn wel de onuitgesproken zaken zoals de man-vrouwverhouding, verstopt tussen de regels, die onbedoeld een beeld laten zien van hoe het er werkelijk aan toe ging in de jaren vijftig. Al heeft Jaffe hier uiteraard zelf weinig voor hoeven te doen.
Van alles het beste
Auteur: Rona Jaffe
Vertaald door: Petra C. van der Eerden
Verschenen bij: Uitgeverij De Arbeiderspers
Aantal pagina’s: 512
Prijs: € 19,95, E-book: € 15,95