De bundel bestaat uit 185 zeer korte verhalen, met allemaal dagelijkse gebeurtenissen als onderwerp of in ieder geval als uitgangspunt. Hoofdpersoon is een verhalenschrijver die in een dierenwinkel werkt om in zijn levensonderhoud te voorzien. Het schrijven van verhalen doet hij in een ateliercomplex dat hij deelt met andere kunstenaars. Aangezien hij zo kort mogelijke verhalen schrijft, beperkt zijn werkweek zich tot hooguit 25 minuten. De rest van de tijd in zijn atelier drinkt hij rosé, rookt hij sigaretten en ligt hij op de bank.
Daarnaast gaat hij met vrienden naar de kroeg, op bezoek bij ouders en oma, terug naar de plaats waar hij is opgegroeid. Hij maakt ook diverse kleine reisjes door Nederland en België en woont samen met een vriendin die hij steeds minder verstaat. Alles bij elkaar gebeurt er weinig, zoals de titel al aangeeft, maar toch geeft deze alledaagsheid aanleiding tot verrassende observaties, absurde gebeurtenissen, ontroerende of schokkende taferelen, weergegeven in een onderkoelde toon, met associaties die soms nergens op lijken te slaan, in een gemoedsstemming die meestal somber is en altijd kritisch, zowel over de mensen om hem heen als over zichzelf.
Hoe kort de verhalen ook zijn, ze zetten de lezer aan het denken, geven hem een andere kijk op de alledaagse werkelijkheid, ontdekken met de schrijver mee hoe doorzichtig de menselijke handelingen en drijfveren zijn. Het geheim van deze ontdekkingen ligt in een scherp observatievermogen, gepaard aan een groot gevoel voor relativering.
Een enkel voorbeeld van deze stijl: ‘De bibliotheek stroomt vol met oude vrouwen die zelf hun haar knippen.’ Of: ‘Het lijkt of ze mijn naam schreeuwen. Maar dan mijn echte naam, die ikzelf ook nog nooit gehoord heb.’
En als een natuurlijke verlenging van die werkelijkheid neemt het verhaal soms een vlucht in het absurde: een kerstpakket dat het hoofd van de baas bevat; een cabaretier die zijn publiek doodschiet. Daarnaast zijn er ook ontroerende of schokkende verhalen, over een bezoek aan zijn oma, de dood van zijn konijn, de zelfmoord van een jongen van vijftien die op school werd gepest.
Het spreekt vanzelf dat het voor een lezer niet te doen is om die verhalen allemaal achter elkaar door te lezen. Dat zou al snel een oververzadiging geven, en zo de waardering van de verhalen negatief beïnvloeden.
Toch zit er wel degelijk een eenheid in de bundel. Er wordt een levensecht beeld geschilderd van een hoofdpersoon die aanspreekt. Een goeierd, een slappeling met veel inzicht en wat minder daadkracht, een drinker, een dromer met de behoefte aan iets groters, maar misschien is dat te veel gevraagd en ook helemaal niet nodig.
Al met al een boeiende bundel, in een verrassend scherpe stijl die de lezer bij zijn nekvel grijpt.