Ik dacht rustig in de trein te kunnen zitten, maar in Rotterdam stapte een grote massa dronken voetbalsupporters in, die blijkbaar in De Kuip een wedstrijd hadden bijgewoond en nu weer naar Brabant afzakten. Om welke elftallen het ging en wie er gewonnen had, werd me niet duidelijk, in de algehele feestvreugde scheen dat ook niet meer belangrijk te zijn. De uitgelaten menigte hoste lallend door de treinstellen, een spoor van lege blikjes, een geur van verschaald bier en harde boeren achterlatend. Enkele mannen ontblootten in opperste vervoering hun getatoeëerde bovenlijf, om vervolgens hun shirt bij één mouw vast te pakken en dat boven hun hoofd en dat van de overige passagiers rond te draaien onder het slaken van extatische oerkreten, daarbij een vogelnest aan okselhaar onthullend dat een geur verspreidde die bij een Frans kaasje wel ‘rijp’ wordt genoemd.
Een jonge, door drank overmoedig geworden vlegel plofte onder luide aanmoediging van zijn kameraden bij een vrouw op schoot en probeerde haar te kussen. En tot mijn verrukking deed deze dame haar mond open en sprak in luid, onvervalst en ongepolijst Helmonds: ‘As ge naw nie heil gaauw makt dè ge wegkoomt, dan vat ik oe mi ein haand bai oe stroot en mi d’aander bai oewe zak en dan flikker ik oe in Bredoa oit d’n trein.’ Vertaling: ‘Als je nu niet heel vlug maakt dat je wegkomt, dan pak ik je met mijn ene hand bij je keel en met m’n andere bij je scrotum en dan gooi ik je in Breda uit de trein.’ Verbouwereerd stond de jongeman op en wankelde naar zijn vrienden die hem met honend gejoel ontvingen.
Mijn hart was opgeveerd als de herders in het veld die ’s nachts uit den hoge een stem hadden vernomen. Want al was het in dit geval misschien niet de stem van een engel, toch klonk het me hemels in de oren om mijn thuistaal na zoveel jaren weer te horen spreken. Achter de grote bek van een Helmonder gaat een minstens even groot hart schuil, volgens Wim Daniëls:
Helmonds
De taal laat je schrikken
als je een vreemde bent
en voor het eerst die klanken hoort
een diepe oi
een lange ai
en ook skool, skip en skuur
je denkt misschien
dat je iets verkeerd hebt gedaan
iets hebt miszegd of dat de spreker
boos is op het bestaan
maar zo is het niet
in deze taal vallen
ruwheid en warmte samen
je bent van harte welkom
je kunt aanschuiven
maar wacht niet op
een zacht woord
De taal is van een
hartelijke hardvochtigheid
die je stevig wil omarmen
Vlucht daarom niet
maar ontspan en luister
naar het zoets van dit kabaal
In Breda moest ik overstappen. Voor ik de coupe verliet, bracht ik met een knikje van mijn hoofd een eerbetoon aan de Helmondse dame die zo fier gesproken had. Ze nam het met een grijns in ontvangst, deze engel met het vlammende zwaard, die mij voor heel even had doen verwijlen in Eden.
Uit: Helmond, gedichten / Wim Daniëls
Poeziërecensent Hettie Marzak schrijft maandelijks een column voor Literair Nederland.