Een vrolijk surrealistisch en gezagsondermijnend sprookje met een niet na te vertellen, volkomen bezopen plot, een parade van onwaarschijnlijke operettefiguren en een openstapeling van bizarre situaties en absurde gebeurtenissen – bij elkaar vormt het de onweerstaanbaar geestige komedie Ewa Wants to Sleep (1958), het speelfilmdebuut van de Poolse regisseur Tadeusz Chmielewski (1927-2016), vier jaar na zijn afstuderen aan de filmschool van Lodz. De enige film die ik ken die erbij in de buurt komt is het legendarische en al even dwaze The Robber Symphony van Friedrich Feher, uit 1937.
Het verhaal speelt zich af gedurende een half etmaal, van de vroege avond tot de vroege ochtend. De jonge, naïeve Ewa Bonecka komt vanuit de provincie in de stad aan. Ze is aangenomen als leerling op de Landmeetkundige Technische School, maar arriveert een dag te vroeg. Op zoek naar een slaapplaats en zonder een zloty op zak, zwerft ze, geholpen door een aardige politieagent, door de voornamelijk door criminelen bevolkte stad. Een stad waarin alles kan, waarin om maar wat te noemen een politieknuppel tevens een dwarsfluit kan zijn.
De openingsscène is onovertroffen grappig en dat niveau wordt de hele film volgehouden. Het is een raadsel dat deze film geen wereldhit is geworden. De rol van Ewa wordt gespeeld door de 17-jarige Barbara Kwiatkowska, die ontdekt werd door een wedstrijd om mooie meisjes voor het witte doek te vinden. (Tijdens het filmen ontmoette ze Roman Polanski, met wie ze later trouwde.) Ze is de Alice in Wonderland die de scènes verbindt en aan het duistere sprookje een dromerige gratie toevoegt. Ze verliet Polen in de jaren zestig en ging verder door het leven als Barbara Lass. Haar laatste rol speelde ze in 1991 in het voor televisie gemaakte Moskau-Petuschki, een verfilming van Venedikt Jerofejevs onnavolgbaar alcoholische roman Moskou op sterk water.
Natuurlijk – het is ondenkbaar bij een voormalige Oostblokfilm dat het niet zo zou zijn – is er ook verholen kritiek op de USSR. Zo staat op de muur van de politiecel: ‘Stój Halina’ (Stop, Halina) – een onschuldige tekst totdat je de ‘St’ en de ‘H’ omdraait en er in het Pools ‘Stalins Pik’ staat. (Halina was overigens de naam van Chmielewski’s echtgenote.) En zo bezien is de knotsgekke wereld die Chmielewski ons laat zien niet anders dan zijn kijk op het Oostblok, waar je als je er niets aan kunt veranderen tenminste de spot mee kunt drijven.
Een juweeltje!
Hans Heesen is filmhuisdirecteur, docent Filmacademie Amsterdam, schrijver van Naar Zutphen en Een naderend begin van iets nieuws (uitg. IJzer), en schrijft maandelijks een filmcolumn.