De eerste zeven jaar van dit millennium woonden we in midden-Portugal. Voor we de stap zetten, las ik alles wat ik kon vinden (wat niet zoveel was) over dat land waarvan ik enkel wist dat het zo onversneden was, de mensen, het landschap, de cultuur. Portugal, van J. Rentes de Carvalho, was een dankbare leidraad. Het eerste wat ik erin opzocht was iets over de Portugese taal. Hij schrijft dat die verre van makkelijk is om te leren (dat dacht ik al). Rentes raadt de reiziger aan bij gebrek aan kennis van de taal, hoffelijk te zijn, vooral te glimlachen (waar we goed in waren). Over ‘Armoede’ schreef hij, ‘Doe zoals alle goedhartige Portugezen en zorg ervoor dat u altijd wat los kleingeld op zak heeft. Geef telkens één muntstuk. …al is de persoon achter de uitgestrekte hand blind, zie hem altijd recht in de ogen, kijk niet langs hem heen of op hem neer. Met die blik en niet met het geld doet u de ware liefdadigheid voelen.’
In Licht op Lissabon schrijft Harrie Lemmens, ‘Zoals in alle grote steden kent ook Lissabon zijn wegwerpmensen, degenen die om wat voor reden dan ook zelf zijn afgehaakt of door de samenleving werden opgegeven.Overdag dolen ze rond (..) dirigeren auto’s naar vrije plaatsen, raffelen halfluid litanieën af, tikken blind met stokken, tonen stompjes en uitstulpingen (…). Op zoek naar een helpende hand, een opbeurend woord, wat geld of een shot.’
In Portugal bewoonden we als gezin met twee kleine kinderen, drie kleine kamers. Het merendeel van onze huisraad bleef in Nederland. Ik miste al snel mijn boeken en (vergeef me) de HEMA. Toen begon ik Portugese boeken te kopen, als we op onze vrije dagen in Lissabon waren. Het eerste boek was Exortação aos Crocodilos (Preek tot de krokodillen) van António Lobo Antunes. Elke zondagmorgen las ik het nauwgezet (als las ik de bijbel) aan de keukentafel, woordenboek ernaast. Het was of ik de raadselen des levens moest zien op te lossen, het was stuwend, krachtig proza. Twee jaar later lag het boek in de Nederlandse boekhandel.
Het lezen van de vertaling door Harrie Lemmens was net zo krachtig en stuwend als het origineel. Lemmens is een Lobo Antunes adept, zijn liefde voor hoe deze man schrijft, komt onverbloemd tot uiting in zijn Lissabonboek. Midden jaren tachtig, toen hij met zijn vrouw Ana Carvalho in Lissabon woonde, ontdekte hij António Lobo Antunes. ‘Uit een brief: “Ik besteed mijn tijd voor een groot deel aan het lezen van een schitterend boek van een even schitterende Portugese schrijver, een boek dat in een heleboel talen is vertaald maar nog niet in het Nederlands en – je snapt het natuurlijk al, dat hoop ik dus te doen. (…) een boek zo rijk (een rijkdom die ik niet volledig kan verslinden omdat ik een aantal woorden niet ken, maar waarvan ik de stroom niet wil tegenhouden door het openslaan van woordenboeken)’.
Licht op Lissabon leest net zo fragmentarisch en boeiend als het Boek der rusteloosheid (Pessoa), een rijkdom aan culturele, literaire informatie, zo groot dat het onuitputtelijk lijkt. Daartussendoor die brieffragmenten, gericht aan vrienden. Die geven een intrigerend persoonlijke toon aan het boek. Zo’n boek had ik nu graag gelezen toen ik naar Portugal verhuisde.
Licht op Lissabon / Harrie Lemmens / Geïllustreerd met foto’s van Ana Carvalho / 406 blz. / Uitgeverij De Arbeiderspers
Inge Meijer is een pseudoniem, wordt vaak verliefd op een goed verhaal, een stijl, een woord (keukentafel), leest boeken helemaal uit.