17 oktober 2022

Fotosynthese 28 – Een kopje thee van mevrouw Sonneveld

door André van Dijk

 

Klik op de foto zie de achtergrondfoto in zijn geheel


Donkere wolken boven het centrum van Rotterdam. Het is 14 mei 1940, twee uur in de middag. Een half uur eerder is het allesvernietigende bombardement begonnen, waardoor de oude binnenstad grotendeels is weggevaagd. Wonderlijk dat zoveel destructie in zo’n korte tijd, niet meer dan veertien minuten, plaats heeft kunnen vinden. Het Duitse bommentapijt zorgt vooral voor grote branden en een verstikkende rookontwikkeling. Als de bommenwerpers zijn verdwenen, zal het nog dagen duren voor deze vuurzee kan worden bedwongen.

Mensen die de brandende hel overleven en weten te ontvluchten, al dan niet met in de haast bijeengeraapte bezittingen, verzamelen zich op de open vlakte aan de westzijde van het centrum. Het is de dichtstbijzijnde plek om de overweldigende hitte te ontlopen, op slechts tweehondervijftig meter van de brandgrens. Met een blik op de enorme rookwolken wacht men in onzekerheid af op wat komen gaat. Gezinnen zitten bij elkaar, buren zijn opgelucht elkaar te zien – het zou zomaar een aangename bijeenkomst kunnen zijn, ware het niet dat onder de inktzwarte wolken de stad met de grond gelijk is gemaakt.

Die open vlakte wordt een veilige plek voor honderden getroffenen. Het zogenaamde Land van Hoboken ligt midden in Rotterdam. Ongeveer achtenvijftig hectare weiland tussen de Nieuwe Binnenweg en de Westzeedijk. Het landgoed is sinds het begin van de negentiende eeuw eigendom van de familie Hoboken, een geslacht van rijke scheepvaartondernemers. Aan de kant van de Westzeedijk staat Villa Dijkzigt, het woonhuis van de familie – het huidige Natuurhistorisch Museum. De stad Rotterdam heeft zich door de jaren heen om het Land van Hoboken heen gekruld, omdat de familie lange tijd weigerde het landgoed aan de gemeente te verkopen. Een stuk polderland omringd door stedelijke bebouwing, de steeds meer uitdijende stad die pas op de plaats moet maken voor een groene plattelandsoase. In de lente ziet men vanuit de huizen aan de Westersingel de lammetjes door het gras huppelen, in de zomer hoe de pachtboer zijn hooi binnenhaalt.

Pas in 1924 bereiken de gemeente en de familie Hoboken toch overeenstemming over de verkoop en wordt begonnen aan een stedenbouwkundig plan om het gebied met de omringende stad samen te laten vloeien. Allereerst is er de bouw van Museum Boymans van Beuningen aan de grens van het gebied. Het plan voor de rest van het openliggende terrein kost veel tijd, wordt lang onderbroken door de oorlogsjaren en wordt pas echt in gang gezet vanaf 1955.

Aan de rand van dit wondelijke stadslandschap wordt in 1932 Huis Sonneveld gebouwd (op de foto de lichte villa, centraal in het beeld). Als mededirecteur van de Van Nelle fabriek heeft Albertus Sonneveld zijn oog laten vallen op deze plek om zijn woonhuis te laten verrijzen. Onder de indruk van de nieuwe, modernistische architectuur van zijn fabriek laat hij architecten Brinkman en Van der Vlugt ook een ontwerp maken voor zijn privéwoning. Het hagelwitte bouwwerk is een state-of-the-art villa die geheel in de stijl van het Nieuwe Bouwen wordt gerealiseerd. Voorzien van de modernste snufjes, door Albertus opgedaan tijdens zijn zakenreizen door Amerika, zoals ingebouwde geluidsapparatuur in alle kamers, een luxe badkamer met massagedouche en alle meubels speciaal vervaardigd door de firma Gispen. De achterliggende tuin is op maat gemaakt zodat de glanzende Cadillac ’s morgens door de chauffeur gemakkelijk uit de garage gereden kan worden.

Als mevrouw Sonneveld op die bewuste dinsdagmiddag in 1940 uit het raam kijkt, ziet ze de eerste vluchtelingen in het weiland neerstrijken. Achter het huis brandt de verwoeste stad en ze weet inmiddels dat het bombardement is gestopt en de villa Sonneveld mogelijk gespaard zal blijven. Ze roept het dienstmeisje en geeft opdracht ‘die arme mensen’ voor het huis een kopje thee te schenken. ‘Maar niet in het dure servies’. Er is natuurlijk geen beginnen aan. De toestroom van mensen is té groot. 

Enkele tienduizenden Rotterdammers zijn na het bombardement op slag dakloos en dit aantal loopt binnen een paar dagen op tot vijfenzeventigduizend. Het grootste deel vindt nog dezelfde dag onderdak in de omringende wijken en dorpen, bij familie, bij kennissen of bij vreemden. Hier en daar moeten gezinnen één nacht in de open lucht doorbrengen om daarna al snel ergens terecht te kunnen. De gemeente Rotterdam hoeft slechts op enkele plaatsen noodopvang te realiseren. 

Ter Apel 2022 – opnieuw hebben honderden mensen zich verzameld op een randje gras. Ditmaal niet voor een villa, maar voor het COA aanmeldcentrum. Hier zal de nacht weer doorgebracht moeten worden door vluchtelingen die zich door het overvolle centrum nog niet hebben kunnen aanmelden als asielzoeker. Het overgrote deel komt uit gebieden waar ze geen zekerheid hebben over hun eigen veiligheid of de veiligheid van hun dierbaren. De wereld van deze mensen is gekrompen tot de vierkante meter waar ze nu op verblijven. Overgeleverd aan de wispelturigheid van de politieke besluitvorming. Ook hier zal een kopje thee geen wonderen doen. Wat medemenselijkheid wel.

 


Fotosynthese is een door Rudy Kousbroek geïnitieerd genre waarbij beeld en tekst een verbinding aangaan.