‘Mijn lijst zou morgen zó weer anders kunnen zijn.’
Hagar Peeters, Malva. Wat een fantastisch boek: een geweldig onderwerp, beschreven vanuit een zeer verrassend perspectief en geschreven in puur poëtische taal. Het boek van het jaar!
Willem Otterspeer, De mislukkingskunstenaar. Het eerste deel van de biografie van W.F. Hermans. Heeft nogal wat kritiek gekregen. Ik ben het daar niet mee eens: Hermans’ leven is door Otterspeer van binnenuit benaderd en hij heeft het heel mooi opgeschoven.
Remco Campert, Verloop van jaren. Poëzie van de oude meester. Gedichten over oud worden, herinneren en herinneringen. En toch met jeugdig elan geschreven.
Otto de Kat, De langste nacht. Een onderschatte, bijna vergeten schrijver, maar wat schrijft hij prachtige boeken. Ook dit boek gaat over herinneren, verleden en verwerking, geschreven in een lichte, sprankelende taal.
Op Literair Nederland besproken door Sharon Hagenbeek.
Pieter Boskma, Zelf. Nog meer poëzie. De dichter grijpt zichzelf bij de kladden, vijf jaar na het overlijden van zijn grote liefde: helder, eerlijk, nietsontziend.
Tommy Wieringa, Honorair kozak. Reisverhalen van de schrijver die net zo mooi schrijft als hij praat. Dé stilist van de Nederlandse letteren, in het voetspoor van Cees Nooteboom.