Het komt wel eens voor dat ik geen mensen verdraag. Dat het al teveel is wanneer ze langs mijn keukenraam voorbij lopen. Ik trek dan de voordeur open en roep: ‘U bent de zoveelste vandaag. Kunt u alstublieft ergens anders voorbij gaan lopen.’ En dat de nietsvermoedende wandelaar, ‘Oh, dat spijt me’, zegt, vind ik mooi. Als er zelfs gevraagd wordt of hij door zal lopen of dat ik liever heb dat hij terugloopt, om het voorbijgaan aan mijn raam ongedaan te maken, kies ik geroerd voor het laatste. Waarop de wandelaar achterwaarts lopend uit beeld verdwijnt. Dat kan in een verhaal. Daarom hou ik meer van verhalen dan van mensen. Verhalen die ontstaan in de ruimte tussen de dingen in.
Sinds enkele maanden sta ik op de zogenaamde graslijst voor zkv’s van A.L. Snijders. Zo gauw de schrijver een zkv klaar heeft, krijgen wij, die op de lijst staan, dat als eersten onder ogen. Ik geloof graag dat dat een privilege is. Dit weekend ontving ik een zkv getiteld Valérie. Waarbij ik direct aan Amy Winehouse moest denken. Maar die kwam er niet in voor. Het ging over een jongensachtig meisje dat de schrijver in 2002 bij een paasvuur in de Achterhoek zag. Een kind dat licht en springerig rond het vuur bewoog, er onderwijl takken opgooiend. Maar dat even plotseling stil op haar rug in het gras ging liggen, alsof ze dood was. Hoe een vrouw naast het kind ging liggen en zei: ‘Ik wil dezelfde dingen zien als jij.’ Daar schreef de schrijver toen een zkv over.
Het is dertien jaar later als de schrijver dit voorjaar een boomchirurg laat komen om een berkenboom in te korten. De boomchirurg zegt, ‘U schreef eens een stukje over mijn dochtertje.’ Dat dochtertje is nu 21 jaar en studeert. Door deze ontmoeting is de schrijver opeens het besef van dertien jaren kwijt. Dat lukt je nooit in het echte leven: jaren laten verdwijnen. Maar wel in een verhaal. Ik vond dat prachtig en liet dit per omgaande de schrijver weten. Geen idee of de schrijver zelf achter de mailing zat maar wilde dat wel geloven. Ik ontving die dag nog een zkv. Hoewel die niets van doen had met het voorgaande, verbeeldde ik me dat deze alleen voor mij was. Omdat ik zijn stukje mooi vond en hij in een goede bui was en omdat het zondag was en de schrijver dacht: ‘Vooruit, het mag wel eens een zkv meer zijn.’
Zo geloof ik ook dat de foto op de cover van Een handige dromer, de schrijver op jonge leeftijd is. Het voegt voor mij een speelsheid toe aan zijn verhalen. En kijkend naar zijn wenkbrauwen op die foto, weet ik dat het een soort wenkbrauwen zijn die nooit zullen stoppen met groeien.
Inge Meijer is een pseudoniem en schrijft over wat ze leest en leeft.