Harry Vaandrager – Aan barrels

De illusie van vruchten

Recensie door Sheila van Rheenen

Een pikzwart boekomslag zonder afbeeldingen en de titel in dik gedrukte witte letters. Alsof het de openingstitel van een film op een bioscoopscherm betreft, zo dwingend werkt de kaft van Harry Vaandragers romandebuut Aan barrels. Bij het lezen van het eerste  hoofdstuk Nee wordt bijna een soundtrack met harde punkrock hoorbaar:

‘Nee. Nee. Nee nee nee. Het is nee, en het blijft nee. Nee. Dui-
delijk? Niet anders dan nee. Voor altijd nee. Drie letters. N.E.E.
Nee nee nee. Het is nee. Nee nee neeeee. Alleen nee. Nee, nog
niet duidelijk?
(…)’

En zo gaat het nog acht regels door.

De volgende acht hoofdstukken bevatten elk een monoloog. Vier mannen en vrouwen komen daarin aan het woord en piketteren zo de omtrek van een verhaal.
Een zekere Marc zit vanwege internationale vrouwenhandel een lange straf uit. Terwijl hij met drie andere zware criminelen (‘Vrienden zijn we geloof ik niet. We zijn vennoten.’) plannen maakt voor een uitbraak, besluiten ze als tijdverdrijf het woordenboek te zuiveren van ‘alle woorden met twee linkerbenen. Mietjeswoorden. Parfumwoorden. Woorden als verzopen vissen.’
Voor hun vluchtplannen denken ze te kunnen rekenen op de hulp van de vrouwen in hun leven. Uiteindelijk verbreken die, ieder op hun eigen manier, het contact met de mannen.

Door de gekozen vorm blijven concrete ontmoetingen tussen de personen voor de lezer onzichtbaar. Hiermee benadrukt Vaandrager het isolement van deze eenlingen, opgesloten in hun denkwereld, ieder in de afzondering van hun eigen hoofdstuk. De monologen zijn vaak radicaal grof en weerzinwekkend, maar toch ook wonderlijk magnetiserend. Mooi is het hoofdstuk Moeder waarin een dementerende actrice uithaalt naar de tijd:
‘Mijn edelgeboren zoon lust je rauw. Hoe sluw je ook bent, Marc is sluwer. Ik hoef hem niet te souffleren. Hij zal het droggruis van achter je huig zuigen. De waanzinnen uit je ogen slaan.
(…) Hij zal je doden Slachter. Geloof me. Dag Slachter. Dag.’

Vaandrager gaf zijn boek op het binnenblad als ondertitel ’n Braakbal.
Dat woord geeft de werking van zijn proza goed weer. Bijna instinctmatig scheiden de personages hun meest geheime, meest verwerpelijke gedachten af alsof het lichaamsvreemde materie is die moet worden opgegeven. Aan de lezer de taak om uit die braakbal van testimonia een gaaf verhaal te pluizen. Maar misschien moet die dat niet willen. Wellicht is het niet per ongeluk dat de plot van Aan barrels niet voldragen wordt.
Met ‘braak’ bedoelt Vaandrager namelijk evengoed: onbezaaid, onbevrucht.
‘Misschien moeten we die droogdoos taal nog eens volspuiten met nieuw zaad’ suggereert één van de personages.
Afbreken of braakliggen? Het is de kernvraag van Vaandragers personages die in hun existentiële vacuüm voortdurend schommelen tussen destructiviteit en fatalisme. Aan barrels begint met een gedicht uit Cascando, een hoorspel  van Samuel Beckett. Het blijkt het dwingend motief waarop Vaandrager zijn variaties schreef:

‘why not merely the despaired of
occasion of
wordshed
[…]
is it not better abort than be barren
[…]’

Ook in meer letterlijke zin zijn levensvatbaarheid en vruchtbaarheid terugkerende motieven in Aan barrels. Mannen en vrouwen zijn gesteriliseerd, onvruchtbaar, impotent of frigide. Er zijn buitenbaarmoederlijke zwangerschappen en in de laatste monoloog sterft iemand ongeboren. Het enige personage dat op dit gebied niks mankeert, schept op over seks met meisjes die te jong zijn voor een eisprong. Vrolijk makend is het allemaal niet en soms vliegt Vaandrager echt uit de bocht. Dan is zijn taal niet langer functioneel bloot maar stompzinnig plat:

‘De vrouwenhandel verderfelijk? Flikker op. Nichtenpraat. Vrouwenhandel is oké. Voor mij zeker. Altijd poen. Altijd sex drugs en rock ’n roll. En vooral spanning. Kan niet zonder. Wil niet zonder. Neukeleuk toch?’

Al is hier een zware crimineel aan het woord, geloofwaardig is zijn stem niet. Is dit dezelfde man die op zijn gevangenisbed de Dikke van Dale uitbeent? Daartegenover staan lyrisch zeer sterke passages die niet zouden misstaan in een klassiek drama. Prachtig is de monoloog van een vrouw over Andreas, haar afdrijvende vrucht: ‘Mijn vrucht is een mes. Een scherp glimmend mes. Gewet in mijn sappen. Ik voel het. Diep binnenin. Kan niet bewegen. Mijn lijf, mijn lemmetkind. (…)’

Niemand wordt geboren bij Vaandrager, want bestaan is al erg genoeg. Dat gegeven van de vruchteloze bevruchting wordt in zijn handen een woedende demonstratie die  honderdzevenenzeventig bladzijden duurt. Met zichtbaar genoegen beukt hij de taal aan flarden om te bewijzen dat de vrucht van zijn daad niets anders kan zijn dan een windei, een ‘tjokvol niets’.

Hoe zou Aan barrels het als toneeltekst doen? De vergelijking met het werk van Heiner Müller dringt zich op, hoewel die met zijn zelfverklaarde ‘constructief defaitisme’ anders dan Vaandrager, een evenwicht vond tussen het radicalisme van zijn teksten en de dramatische context waarin hij ze plaatste.

‘Wie heeft de beste tanden
Het bloed of het steen’, vraagt een ik aan het eind van Müllers Landschap met Argonauten.

In Aan barrels lijkt die vraag de enige leidraad voor de mannen en vrouwen op weg naar hun eigen onverteerbare, onvermijdelijke niets.

 

 

Omslag Aan barrels - Harry Vaandrager
Aan barrels
Harry Vaandrager
'n braakbal
Verschenen bij: Singel Uitgeverijen
ISBN: 9789038894577
177 pagina's
Prijs: € 17,95

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Recent

2 oktober 2023

Mysterie van dood en leven

Over 'De kuil' van Laura van der Haar
30 september 2023

Als je stem je wapen is

Over 'The hate you give' van Angie Thomas
28 september 2023

Een uitdaging

Over 'Eenling zijn. Een filosofische uitdaging' van Rüdiger Safranski
26 september 2023

Facsinerende zoektocht van jonge vrouw

Over 'Het kunstzijden meisje' van Irmgard Keun
25 september 2023

‘Liegen is de laatste brug naar redding zonder hoop'

Over 'Ten oosten van de Middellandse Zee ' van Abdelrahman Munif

Verwant