Zondagochtend ontwaakte ik met het gevoel dat er iets was opgeklaard, een constant dreigende donderbui eindelijk was opgelost, verdampt tot gesputter, tot niets. Het maakte de wereld een stuk vriendelijker, er ontstonden openingen, zon tussen de kieren, door de ramen. We dronken koffie in bed, aten er een plak brood met abrikozenjam bij. De avond daarvoor luisterden we naar de radio, naar elk geluid vanuit Amerika, geluiden van opluchting, uitzinnige, emotionele blijdschap. Alsof de wereld vier jaar lang de adem had ingehouden, was er opeens weer iets menselijks, iets nieuws. Geluk stroomde over, we hadden alle tijd. Ik pakte er wat te lezen bij, van de gestapelde glossy’s Hollands Diep het maart/april nummer, de Boekenweek special 2010. Het jaar waarin J.D. Salinger overleed, die sinds 1965 niet meer gepubliceerd had. Een paar dagen terug was ik, na bij eerdere pogingen gestrand te zijn, opnieuw begonnen aan de biografie, Salinger.
De biografie bestaat uit interviews met mensen die hem gekend, meegemaakt hebben. Het leest wat random, de lijn van zijn leven blijft vaag. Tot je doorleest, lijnen zich beginnen af te tekenen. Het is een Amerikaans verhaal, over de jetset, Amerikaanse soldaten die naar Europa gaan tijdens de Tweede Wereldoorlog, het drinken, roken, de literaire wereld, korte verhalen, het publiceren in magazines. Een Amerika waar ik ontzettend zin in kreeg. Robbert Ammerlaan, jarenlang uitgever van Salinger bij De Bezige Bij, schreef in Hollands Diep over Salinger, dat hij hem nooit ontmoet had. De schrijver wilde niemand ontmoeten, wilde niet met zijn schrijversleven geassocieerd worden. Ammerlaan schreef dat alleen als de auteurscontracten verlengd dienden te worden, hij de door Salinger zelf ondertekende exemplaren retour ‘- zwarte inkt, een dunne scherpe pen’ ontving.
Het kwam me alles opeens als bepaald romantisch voor. Leven in afzondering, daar ben ik op het moment gevoelig voor, en voor schrijftips. Salinger kreeg, nadat hij in 1965 stopte met publiceren, veel fanmail, waar hij niet op reageerde. In 1978 wachtte een fan hem onderaan de oprijlaan van zijn huis bij Cornish, Vermont op. Hij wilde schrijfadvies, tips. Salinger ontweek hem, zei: ‘Echt, het enige advies dat ik je over schrijven kan geven, is: wees jezelf. Bouw je werk zorgvuldig op. Luister niet naar de kritiek en al die idioterie. Uiteindelijk zul je het allemaal zelf moeten doen.’
Hemingway, die Salinger in Frankrijk ontmoette, hield er de volgende theorie op na: als een schrijver genoeg weet over zijn onderwerp, kan hij bepaalde dingen in het verhaal weglaten, hoe meer hij weglaat, hoe sterker het verhaal. Hemingway vergeleek het met een ijsberg, waarvan zeven achtste onder water zit, alleen het topje te zien is. ‘Elke keer dat je iets weglaat, zei hij, versterkt het de ijsberg van onderen en biedt het de lezer een nog sterkere leeservaring.’
Hemingway zei ook dat als een schrijver iets weglaat omdat hij de kennis niet heeft, er een enorm gat in het verhaal valt. Salinger was een schrijver van de ijsbergtheorie. ‘Hij deed het uitzonderlijk goed,’ volgens Hemingway. ‘Zijn verhalen zijn kaal, ieder woord lijkt met de grootste zorg uitgekozen.’
Ja, het lezen van Salinger lijkt me de enige echte schrijftip.
Uit: Salinger / David Shields en Shane Salerno / vertaling o.m Gies Aalberts, Ed van Eeden / Open Domein, De Arbeiderspers (2014)
Inge Meijer is een pseudoniem, blijft thuis, werkt aan een goed verhaal.