Van Heutszlaan 78/I
Hertenlaan 16
Am Lochtenberg 48
Burgemeester van Tuyll van Serooskerkenweg 21

Voor mijn gevoel ben ik in mijn jeugd vaak verhuisd, maar nu ik de adressen waar ik met mijn ouders woonde op een rij zet, blijkt het eigenlijk wel mee te vallen.
Op de dag dat ik elf werd, gingen wij wonen in het huis in de straat met een voor dagelijks gebruik te lange naam. Zo er sprake is van een ouderlijk huis, dan is dat dit huis. Mijn ouders waren rond de vijftig toen zij het kochten. Het was hun eerste eigen huis. Het was bijna 44 jaar van ‘ons’.

Was, want het is inmiddels verkocht en het moest dus leeg. Toen ik aan de klus begon, wist ik me getroost door Nicolaas Matsier, maar hij maakte met zijn Gesloten huis van mij ook een gewaarschuwde dochter. Hij bereidde mij voor op tegenstribbelende voorwerpen. ‘We wilden de dingen kwijt, terwijl de dingen nog van alles zeiden. Ze bleven maar doorpraten, al die relicten van weinig of geen waarde. Opeens werd er over hun lot beschikt.’
Omwille van de dingen, maar ik zal niet ontkennen dat het mij ook goed uitkomt, heb ik meer bewaard dan ik kan herbergen. Ergens in een loods gaan de voorwerpen voorlopig een gesprek met elkaar aan. Binnenkort hoop ik ze te verwelkomen en te horen wat ze mij te vertellen hebben.

Toen het onttakelen van het huis al in een vergevorderd stadium was, verscheen Harnas van Hansaplast van Charlotte Mutsaers. Haar ouderlijk huis was van een andere orde dan dat van mij. Bij ons hingen geen grote geschilderde portretten van een vader en een moeder aan de muur en niemand zal de hutkoffer uit Indië aangezien hebben voor de kist waarin Hugo de Groot uit Slot Loevestein ontsnapte.
Een van de weinige dingen die Charlotte Mutsaers en ik gemeen hebben is een emaillen broodtrommel. Over dat ding heb ik me inmiddels ontfermd. Haar broer Barend bracht mij op een idee.

Pendelend tussen mijn huis en het huis dat binnenkort het onze niet meer is, lees ik het ene boek na het andere. Deze week is De jaren van Virginia Woolf aan de beurt. De woorden waarmee Woolf duidelijk maakt hoe leeg het huis van de familie Pargiter is, komen hard aan. ‘Ook daar vertoonde de muur verkleuringen, waar de boekenkast had gestaan, waar de schrijftafel had gestaan. Ze dacht terug aan zichzelf, zoals ze daar had gezeten (…)’. Waarschijnlijk omdat ik zelf net geprobeerd heb verkleurd en gescheurd behang en de moeten in het tapijt zo mooi mogelijk te fotograferen.

Meer dan een jaar was ik bezig met het verzamelen en genereren van ‘huishoudelijke’ herinneringen. Ik heb er nu genoeg om het verleden te reconstrueren en wezenlijke momenten op te roepen.
Inmiddels begint de tijd te dringen: ik moet mezelf nu echt ontkoppelen van het huis. Ik moet wie ik daar was loslaten en de teugels van het leven dat ik er geleid heb laten vieren.

 

Virginia Woolf werd vertaald door Barbara de Lange.


Liliane Waanders komt wel eens ergens, ontmoet wel eens iemand en leest wel eens wat. Als dat met literatuur te maken heeft, schrijft ze er columns over.

Meer van Liliane Waanders: