Mijn druivenstruik bloedt. Ik had nooit gedacht dat het mogelijk was, maar er druppelt nu al een paar dagen een heldere vloeistof uit. In tuindersboeken las ik dat de druivenstruik bloedt omdat ik te laat ben geweest met het terugsnoeien van de ranken. Als je die niet inkort tussen december en januari, zal het sap in de stam gaan rijzen en zich verspreiden. Snoeien als die stuwing al begonnen is, maakt dat de struik gaat bloeden: hij wordt kwetsbaar voor ziektes, waardoor hij later in het jaar kan afsterven. Ik beken nederig schuld. Maar tot mijn verdediging moet ik zeggen dat ik niet echt te laat was, ik kon alleen niet bij de laatste paar hoge ranken komen met mijn schaar toen ik aan het snoeien was. Ik had mijn trap uitgeleend. Toen ik die weer terugkreeg, mocht ik eigenlijk niet meer snoeien. Maar ik deed het toch en nu vallen de druppels vocht van de snijvlakken, langzaam maar onophoudelijk, alsof ze me willen herinneren aan wat ik gedaan heb. Ze brengen een gedicht uit mijn geheugen naar de oppervlakte:
Rondeel in de wijngaard
‘Wijngaardenier, hoe wordt de oogst dit jaar?
De schrale snoeischaar van de westenwinden
zag ik vanmorgen langs de trossen gaan.
Wil de kwetsuren met honing verbinden,
vlecht zwachtels van verdriet en venushaar.
Wijngaardenier, ik sterf van dorst dit jaar
en er zal niet genoeg zijn om te drinken;
de raaf strijkt neer in lichaams druivelaar
en oogst de wijn van minnaars en beminden:
onder het lover der herinneringen
streel ik het gras als eens haar donker haar.
Geef mij je wijngaard om hem leeg te drinken
en bid God om een goede oogst dit jaar.’
Mattheus Verdaasdonk (1918 – 1966)
Ik heb geprobeerd de wonden te dichten, maar niets hielp. Ik voel het gestage druppelen als een verwijt. Als ik langs de druivenstruik kom, durf ik niet op te kijken. De bloedende takken doen me denken aan de doornenkroon die Christus droeg. En ik ben niet eens gelovig meer. Maar ik kan er niets aan doen: een katholieke opvoeding en de wereldliteratuur hebben me voorgoed getekend. Ik heb te vaak de ‘Christuslegenden’ en ‘Kerstverhalen’ van Selma Lagerlöf (jawel, van Nils Holgersson) gelezen om niet te beseffen dat ik een vreselijke, heiligschennende daad heb begaan. Als het niet tegen Christus is, dan toch tegen de druivenstruik. Bid God om een goede oogst dit jaar.
Hettie Marzak is poëzierecensente bij Literair Nederland en een groot lezer.