Recensie door Rein Swart
In dit debuut wordt regelmatig geschakeld tussen de jeugd en de jonge volwassenheid van Kieke. Het verhaal begint in het voorjaar van 1983 als Kieke vijf maanden op zichzelf woont. De dood van Else-Marthe, het jongere zusje van haar vriendin Liv, hangt als een donkere wolk boven haar leven. Verdoemd zijn speelt een hoofdrol in de gedachten van Kieke, die opgegroeid is in het Noorse Broederschap, een sektarische christelijke gemeenschap. Haar vader leidt de bijeenkomsten en haar moeder probeert hem in bijbelvastheid te overtreffen.
Kieke wil zich van de club losmaken, maar dat blijkt niet gemakkelijk. De indoctrinatie heeft zijn werk gedaan. Zwarte gedachten verzieken haar leven. Het spook op de omslag verbeeldt misschien haar innerlijke wereld. Na een verjaardag van haar vader springt ze zelfs in een vuilniscontainer. Ook praktisch heeft ze veel te overwinnen. Tijdens het passen van haar eerste spijkerbroek zou ze het liefst voor eeuwig in het pashokje blijven. In een broek en een trui in plaats van een rok en een bloes neemt Jezus haar op de dag des oordeels zeker niet mee.
Het tuindersgezin woont onder de rook van de Hoogovens. Kieke werkt na haar schooltijd in het bedrijfsrestaurant van de staalgigant. Haar oudere broer Job heeft al eerder afstand genomen van het Broederschap, maar hij kampt zelf teveel met het verleden om zijn zus tot steun te kunnen zijn.
Hun jeugd speelt zich af eind jaren zestig. Vader smeert Brylcreem in zijn haar, de eerste mensen landen op de maan. Kieke voelt zich schuldig als ze eens te druk met Job vecht. Haar broer wordt daarop door zijn vader onder handen genomen. De mishandeling is zo erg, dat opa ingrijpt. De laatste is heel wat milder dan de vader en een bron van troost voor Kieke. ‘Bij opa hoefde ik niet zonder zonden zonden te zijn.’ In moeilijke tijden hoort ze zijn stem. Dat ze zichzelf niet voor de gek moet laten houden.
Het gezin gaat regelmatig naar bekeringsbijeenkomsten in Twente. Zelfvernedering in eigen kring wordt aangemoedigd. In een mooie passage praten de ongelovige Liv en Kieke samen over de zin daarvan.
Er komt veel seksueel misbruik voor in hun christelijke gemeente. Broeder Donker maakt het erg bont door huishoudhulp Liz te misbruiken en later ook haar fragiele zusje Else-Marthe. Dat alles met goedvinden van zijn vrouw die gebukt gaat onder een grote kinderschare. Machteloosheid is troef, misstanden worden onder het vloerkleed geveegd. Ellen Heijmerikx zet dat alles zeer overtuigend neer. Maar toch.
In dezelfde tijd kwam er een ander boek uit dat hier sterk op lijkt. Ook in Dorsvloer vol confetti gaat het om de verwerking van een orthodox geloof. In beide gevallen komen twee jonge vrouwen met hun ongelukkige jeugd naar buiten. Franca Treur beschrijft die echter met humor, formuleert origineel en slaat een veel lichtere toets aan. De ouders in haar boek hebben dan ook geen huwelijksproblemen.
Blinde wereld kent een zwaardere toon en is voorspelbaarder, ook in de opbouw van de hoofdstukken. De vergelijkingen zijn niet altijd gelukkig gekozen, zoals de voeten van Kieke die branden als de gaspitten van mams fornuis. Het is opmerkelijk dat Kieke haar ouders pap en mam noemt en dat Treur het heeft over de vader en de moeder, terwijl de laatste ouders veel meer gevoel hebben voor de kinderen.
De Zeeuwse couleur locale geeft extra glans aan het sprankelende en bruisende debuut van Treur. In Blinde wereld overheerst de tragiek. De wereld van Kieke is matter, kleurlozer, ze zegt zelfs letterlijk dat de kleuren uit haar leven verdwijnen. De beeldspraak tijdens de ontmaagding door de Spanjaard Pepe is ontleend aan het diepzeeduiken en niet sterk. Dat fragment, dat in dit boek licht is aangepast, werd mijns inziens ten onrechte gekozen tot het beste verhaal van het VPRO-radioprogramma Duizend woorden.
Wel mooi is de anekdote over de meeuw, die door de vader van Kieke wordt doodgeschoten en in de vuilnisbak gegooid. Kieke begraaft de vogel en hoort hem in moeilijke situaties in haar borst tekeer gaan.
2 reacties
Hoewel de recensie van Reinswart een goede weergave geeft van de opbouw en sfeer van het boek, ben ik het niet eens met zijn oordeel dat de lichtere toets van het boek van Treur dit tot betere literatuur maakt. humor schept afstand en levert relativering, dat is zeker juist. Het bezwaar daarvan is mijnsinziens juist dat waar het sektarisch geloven en leven betreft, degenen die na een jeugd van manipulatie en hersenspoeling zich trachten te bevrijden, door innerlijke humorloze twijfels en telkens opduikende onheilsboodschappen achtervolgd blijven worden. Daar het boek vanuit de ik-persoon van Kieke is geschreven getuigt het van grote (autobiografische) realiteitszin de onmogelijkheid van humorvolle relativering dwingend en benauwend over het voetlicht te brengen.
Even buiten het bestek van de directe reactie op de recesie van Reinswart roept Heijmerikx’boek ook van ernstig en toegelaten onrecht in de Nederlandse rechtsstaat. Mogelijk kan dit boek een politieke waarschuwing zijn, niet te naïef te denken over ‘het grote goed’ van godsdienstvrijheid, zoals in onze grondwet verankerd. Het verdient zeker discussie in tweede en eerste kamer, evenals bij onze rechterlijke macht om stil te staan bij de onverenigbaarheid van grondwetsartikelen waar het gaat om vrijheid van godsdienst tegenover de respectering van mensenrechten.
Beste Onno, bedankt voor je reactie. Ik meen te begrijpen wat je bedoelt. Het boek van Ellen H.is een goede weergave van de gevoelens van Kieke. Zo heeft dat meisje dat allemaal beleefd. Het zou minder dwingend zijn om dat te relativeren. Vanuit het oogpunt van het slachtoffer is dat zeer juist. Ik meen echter dat het literair sterker is als de schrijfster daar bovenuit weet te stijgen. Dat doet Franca Treur. Door haar lichtvoetigheid wordt net zoveel drama zichtbaar, alleen op een verrassende manier.