Hoe zou het zijn met? Je opent de zoekmachine en tikt een naam in. Een van de eerste hits is een In memoriam en je schrikt je wild. Is ze dood? Al tien jaar? En al die tijd heb ik het niet geweten? Ik heb het over Minke Douwesz. En meteen voor de goede orde: ze is niet dood. Bron is een nummer van Tirade dat via de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) beschikbaar is. Een themanummer, blijkt, met meerdere ‘fake’ in memoriams. Grappig natuurlijk, behalve als je niet meteen de context hebt meegekregen. Ik voelde me minder een stommeling toen bleek dat ik niet de eerste en de enige was die erin was getrapt. Scroll verder en je komt bij een artikel van Jann Ruyters uit Trouw. Was er ook met boter en suiker ingetuimeld! Minke Douwesz verongelukt, maar ook Detlev van Heest, u weet wel van dat prachtige boek over Japan, geschept door een auto – dood. Niet dus!
Ik zocht naar Minke Douwesz omdat ik haar twee romans Strikt (2003) en Weg (2009) met zoveel plezier had gelezen en ik er iets over wilde schrijven. Ik hou van de toon, de dikte, het schijnbaar achteloos kabbelende verloop van haar verhalen. Ze schrijft korte zinnen, eenvoudig: een tafel wordt gedekt, het water in een espressopotje zingt, een poes ligt op de vensterbank (ik citeer van bladzijde 207 uit Strikt). Het gewone leven in detail. Intussen wil je nooit meer weg en altijd in het boek blijven. Op bladzijde 205 vraagt Judith aan Idske, de hoofdpersoon, of ze nog leukere boeken over de damesliefde kent dan De schaamte voorbij van Anja Meulenbelt. Eenzaam avontuur van Anna Blaman wordt genoemd, Een Alpenliefde van Simon Vestdijk. Ik betrapte mezelf op de gedachte: wat heb ik veel gelezen over de vrouwenliefde, want wat Judith wordt aanbevolen ken ik ook! Als dit de hoogtepunten zijn, wat is er dan bitter weinig over lesbische liefde geschreven.
Te snel gedacht.
Uiteraard te snel gedacht.
Want ik heb weinig gelezen over de lesbische liefde.
En ik ken te weinig lesbische schrijvers.
Dat je je vervolgens een decennium lang kunt schamen om één kleine gedachte, één kleine – ik geef het toe – stompzinnige gedachte: wat is er bitter weinig over lesbische liefde geschreven, een gedachte die je nooit hebt uitgesproken, die niemand van je weet, die je één keer hebt gedacht en die daarna, zo nu en dan, weer opduikt om je het schaamrood op de kaken te brengen. Afijn, je merkt ook weer eens hoe smaak zich in vaste structuren vastzet. Te gemakkelijk grijp ik naar wat ik al ken. Blinde vlekken alom. Toevallig vroeg deze week iemand mij naar enkele klassieke homoboeken. Engelstalig. Daar weet ik dan wel wat van. Ik noemde zonder enige moeite titels van Edmund White, David Leavitt en John Fox. Fox…, dat was lang geleden. Had hij nog iets geschreven na zijn debuut? Ik google. In 1990 overleden. Aan aids. Achtendertig jaar oud. The boys on the rock (1984) bleef zijn enige roman. Ik scroll voor de zekerheid door. Maar dit in memoriam is echt.
Strikt / Minke Douwesz / 839 blz. / Uitgeverij Van Oorschot
Eric de Rooij is schrijver, dichter en humanistisch geestelijk begeleider. Debuteerde met De wensvader (2020 uitgeverij kleine Uil). In zijn columns schrijft hij over boeken die hem iets te zeggen hebben.