Er zijn van die literaire boegbeelden waarvan je denkt dat ze nooit zullen verdwijnen. Toni Morrison, die maandag op 88-jarige leeftijd overleed, was zo iemand. In haar jeugd voelde ze zich totaal niet aangesproken door de boeken van de in die tijd als belangrijk geldende zwarte schrijvers als James Baldwin en Richard Wright. Die schreven volgens Morrison verhalen met een wit lezerspubliek in gedachten. ‘Ze gingen over mij, en waren geschreven door iemand als ik, maar de stem was bedoeld voor andere oren.’ Zo voelde dat, liet ze tien jaar geleden in een interview met Hans Bouman weten. Ze besloot zelf te gaan schrijven. Verhalen met zwarte jonge vrouwen in de hoofdrol, de witte figurerend op de achtergrond. De rol van de vrouw van de slavenhouder op Sweet Home in Beloved, mevrouw Garner, is dan ook verwaarloosbaar. Wat Morrison voor haar verhaal nodig had gebruikte ze, maar ze creëerde geen podium voor de witte. Zij construeerde met haar personages een zwarte geschiedenis van de slavernij.
Tien jaar na het verschijnen van Morrisons beroemde boek Beloved, bracht een vriendin haar eigen exemplaar voor me mee. Het was 1997, ik lag wekenlang in het ziekenhuis door een complicatie tijdens de zwangerschap van mijn jongste zoon. Mijn zelfbeeld was gedaald tot een nulpunt. Mijn leven was overgenomen. Lezen was mijn redding, al kon ik na een paar weken zelf geen nieuwe titel meer verzinnen. Toen kreeg ik Beloved, over een moeder die haar dochtertje vermoordt om haar een leven in slavernij te besparen. Ik vroeg me af wat mijn vriendin bezielde toen ze dit boek voor me meebracht. Bevond ik me op een roze wolk volgens haar, of gedroeg ik me teveel als het slachtoffer van niet te beïnvloeden omstandigheden?
Schuldgevoel en vrouwen zijn al zolang de mens bestaat een pact aangegaan. Sethe, in Beloved, gaat gebukt onder het gewicht van de dood van haar tweejarige meisje dat later als geest haar huis teistert en haar en haar tweede dochtertje geen rust gunt. Het huis verlaten is geen keuze. Toen, in mijn hoedanigheid van patiënt die dagelijks een paar stappen buiten het bed mocht zetten; voetje voor voetje, schuifeldeschuifel, voelde me gegeneerd. Ik had geen weet van de wereld buiten me, nooit gedacht aan op witte lezers gerichte schrijvers. In het ziekenhuis had ik Amerikaanse pastorale van Philip Roth gelezen en dat voelde goed. De helderheid, de directe verbinding tijdens het lezen door het ons kent ons gevoel. Ik had Toni Morrisons Beloved nodig om ergens van los te komen, een andere kant te zien. Te beseffen dat ik niets ken, niets weet. Het leverde een geweldige leeservaring op die nooit zal verdwijnen.
Inge Meijer is een pseudoniem, reist met korting en leest de godganse dag.