Middenin de nacht, nadat S. me over haar dagboeken had verteld, vielen ze uit haar boekenkast. De volgende ochtend stuurde ze me een bericht: ‘Ik hoop niet dat dit een teken is.’ Ik stuurde terug: ‘Wat is je sterrenbeeld, dan kijk ik even voor je in de Metro-horoscoop.’
Alles kan een teken zijn, vooral op de momenten dat je op zoek bent naar houvast. Of laat ik voor mezelf spreken: op de momenten dat ik op zoek ben naar houvast. De frequentie waarmee ik op stations de Metro pak om mijn horoscoop en die van mijn geliefde of meest recente ex-geliefde te lezen, is een goede afspiegeling van de graad van mijn vertwijfeling in die periode. Toen ik echt heel erg in de war was ging ik zelfs zo ver dat ik op internet naar informatie zocht over hoe goed mensen met bepaalde sterrenbeelden bij elkaar passen in de liefde. Dat ik dit al een tijd niet heb gedaan, betekent dat het goed met me gaat.
Maar de kennis over astrologie die ik inmiddels heb verzameld, heeft zich in mijn denken vastgezet. En dus verbaasde het me niks toen S. liet weten dat ze een Leeuw was, want ik ben een Ram, en Ram en Leeuw hebben een goede klik, want het zijn allebei vuurtekens.
Gelukkig ben ik niet de enige die tegen wil en dank in dingen gelooft waarvan ze weet dat ze niet waar kunnen zijn. Toen ik nog op school zat, schreef ik de horoscopen voor de schoolkrant. Regelmatig was er een klasgenoot die opmerkte: ‘Jullie schrijven die horoscopen volgens mij gewoon zelf!’ Als ik vervolgens volmondig toegaf dat ik de schrijver er van was en alles wat erin stond uit mijn duim had gezogen, waren mijn klasgenoten toch nog verbaasd en verontwaardigd. Als ze al niet in horoscopen geloofden, dan wilden ze toch op zijn minst dat de schrijver ervan er zélf in geloofde, dat de astroloog in kwestie een astrologisch systeem had geraadpleegd in plaats van zomaar iets te verzinnen.
S. had er gelukkig minder problemen mee toen ik haar mijn zelfverzonnen horoscoop stuurde, omdat ik geen Metro bij de hand had: ‘Iets uit je verleden heeft je laten schrikken. Laat je niet van je stuk brengen, maar wees wel voorzichtig bij het volgen van je intuïtie.’ Ze dacht zelfs dat ik vaker horoscopen kon gaan schrijven. En misschien zou ik dat ook wel kunnen. Maar beter schreef ik iets anders.
Poëzie bijvoorbeeld. Die biedt een gezondere vorm van houvast. Die laat zien hoe wij allemaal aan dingen vasthouden die niet bestaan, of die op een dag zullen verdwijnen, en hoe dat inzicht ons kan bevrijden. Zoals bij Anneke Brassinga, in de bundel Verborgen tuinen: ‘Laat wat je was en had verloren zijn, verwaaid, verwoest, / dood en geroofd – dan welt als bloed uit je wonden / de vreugde die, bijna volmaakt, zweven doet’.
Daar kan geen astrologie tegenop.
Gerda Blees debuteerde in 2017 met de verhalenbundel, Aan doodgaan dachten we niet. In april 2018 debuteerde ze met de dichtbundel, Dwaallichten.