Recensie door Rein Swart
In deze novelle, die uitgebracht wordt als roman, hebben de drie hoofdstukken dezelfde indeling als in het muziekstuk Appassionata, dat in het tweede hoofdstuk door hoofdpersoon Derek Hugo op de piano ten gehore wordt gebracht: allegro assai, andante con moto, allegro non troppo. Het is veelbetekenend dat zangeres Nina Roussseau in het begin van het tweede hoofdstuk tegen Derek Hugo zegt dat hij het andante te zoet speelt, met te weinig dreiging.
We hebben dan al ruimschoots kennisgemaakt met deze Derek, die ons in het eerste hoofdstuk al heeft ingelicht over zijn liefdes en muziek. Hij heeft nooit de stap naar concertpianist kunnen maken, maar zich tevreden moeten stellen met het begeleiden en doceren van anderen. Zijn liefdes zijn niet duurzaam geweest. Hij heeft het bed gedeeld met vele mooie vrouwen, waaronder een mooie celliste die hij niet kan vergeten.
‘De energie van de interactie met het instrument, de manier waarop de strijkstok wordt gehanteerd als een wapen – degen, zwaard ? en de uitdagende wijdbeense zit.’
Aan het eind van het eerste hoofdstuk krijgt hij een verzoek om de – door de zelfmoord van haar vriend en de moord op haar begeleider en minnaar – getraumatiseerde, zeer bekoorlijke diva Nina Rousseau op de piano te begeleiden.
Het intense contact tussen de twee musici wordt mooi beschreven. De langharige, blonde, in blauwe tinten gestoken Nina wil eigenlijk niet meer optreden en zeker geen liefdesverhouding combineren met haar zangkunsten. Als Derek haar overhaalt om toch de draad weer op te nemen, moet hij beloven dat hij haar met geen vinger aanraakt. De onderhuidse spanning bij Derek tijdens openhartige gesprekken over de grenzen van hun verhouding is duidelijk voelbaar. Liefde en muziek, kan dat samengaan? In het begin van dit boekje wordt die vraag, tegen de algemene opvatting in, bevestigend door Derek beantwoord.
‘Vrouwen en muziek vormen een bedenkelijke combinatie, gelooft men. Het schijnt het één of het ander te moeten zijn. Onzin. Ik heb er een studie van gemaakt. Je hoeft maar terug te gaan naar Mozart om het tegendeel te bewijzen. (…) Of naar de ziekelijke Chopin, die overigens nooit te zwak was om ‘iets in het gaatje van jouw Des grote terts te steken.’ Of Schumann met zijn uitvoerige ‘vingeroefeningen onder rokken’, om maar te zwijgen van de lustige Liszt die geen vrouw met rust kon laten.’
Naarmate Nina en Derek vaker samen bijeen zijn om een concert in te studeren, voelt Derek meer voor Nina dan alleen seksuele begeerte. Een ongestoord verloop van hun intieme verhouding wordt, behalve door de belofte van Derek, bemoeilijkt door de roodharige en gepassioneerde Carla, moeder van twee leerlingen, die zich als een bliksemafleider tussen hen wringt. Ook de achtergrond van de huidige Zuid-Afrikaanse maatschappij met veel geweld en misdaad staat een voorspoedige verhouding in de weg.
Af en toe blikt de verteller vooruit, bijvoorbeeld door te zeggen dat de keuze voor een diner in een bepaald restaurant niet gelukkig was geweest en voegt daarmee spanning toe. De afwikkeling wordt vertraagd doordat Brink er nog van alles bijhaalt, maar toch is het einde spannend.
Het kleine formaat en de harde kaft deden me denken aan een boekenweekgeschenk. Ik weet niet of ze dat in Zuid-Afrika kennen, maar dit boekje zou, vanwege de sfeer, spanning en inhoud, in die reeks goed passen.