Dan is het opeens vakantie, is er tijd tekort voor alles dat nog gedaan moet worden. Zoals een nieuw badpak halen, (dat zwemmen in ondergoed moet maar eens afgelopen zijn). We gaan deze zomer naar Terschelling. De kinderen met hun kinderen, met vriend, vriendin, ze komen allemaal langs. Vorig zomer konden we vanwege de pandemie nergens heen, toen dacht ik: Terschelling. Elke ochtend een duik in zee, lange wandelingen, friettent om de hoek. Hoewel, er was één minpuntje, er is geen echte boekhandel. Wel een soort tijdschriften, schriften, schoolspullen. Maar goed, verder niks te klagen. Het strand zo wijds dat je er niemand tegenkomt. Dit jaar gingen we op de fiets. Banden werden opgepompt, lampen nagekeken, bagagedragers verstevigd en inpakken maar. Toen het begon te regenen moesten er laarzen mee, regenkleding, truien. Toen ging het ook nog waaien, de weersvoorspellingen waren niet best. Ik zag ons voorovergebogen over het stuur, zwoegend tegen de wind, samengeknepen ogen tegen de regen. Amechtig trappend kwamen we met moeite vooruit. Nee, de plannen moesten herzien worden.
Ondertussen appten we elkaar hoe het inpakken vorderde, de een vroeg wie de grootste pan mee zou nemen. De ander dat de surfplanken op het dak van de auto bevestigd waren. Toen het bleef regenen appte ik dat ik hoopte dat het weer de komende dagen beter zou worden. Daarna appte ik dat we met het eendje zouden gaan. Het eendje, waar de bepakking van wel drie fietsen in mee kon. Er was opeens plaats voor twee makkelijke tuinstoelen, een tafeltje, meer boeken, de grootste pan. Mijn dochter appte dat ze haar twee jongens had voorgesteld een vakantieboek te gaan kopen. ‘Neeuh, geen zin’ hadden de jongens, die net aan hun tweede week vakantie begonnen waren, gezucht vanaf de bank. ’s Avonds legde ze ’toevallig’ een oude van Sylvia Witteman bij de oudste, die net lagere school af was. hij herinnerde zich dat hij er vorig jaar zo om had moeten lachen. Mijn dochter zei dat ze een nieuwe van Witteman konden halen, bij Paagman, of dat wat was. Ja, dat was wat. Dat ze dus morgen nog naar de boekhandel gingen.
Vorig jaar op Terschelling maakte de oudste voor het eerst kennis met Sylvia Witteman, iemand had Pekingeend bij nacht meegebracht. Hij confisqueerde het, las te pas en te onpas stukjes voor, over de kinderen van Witteman. ‘Vloeibaar van lamlendigheid hangen ze tegen de sofa gekleefd als skeletloze diepzeewezens op een koraalrif, deinend op golven van verveling, met als enig teken van leven de gestage inname van voorbij zwevend plankton.’ Hele stukken las hij sputterend van het lachen, de benen opgetrokken tegen de lachkrampen in zijn buik. Ach, en dan blijkt weer eens hoe relatief alles is, dat verveling met verveling bestreden moet worden, waar vakantie dan weer goed voor is. En dat jongeren niet willen lezen? Ook dat is relatief. Stop ze gewoon in een tent met een boek van Sylvia Witteman en alles komt goed. En dat badpak? Dat kwam er niet meer van.
Inge Meijer is een pseudoniem, blijft wakker voor een goed verhaal, leest in de tent.