Adembenemend moment

Patricia Werner Leanse en Yve du Bois hebben er een handje van: de kunst om ergens, op of nabij de gulden snede van een film, de kwintessens ervan tot uitdrukking te brengen. Ook in hun recente filmportret van de Nederlandse componiste Marjo Tal (1915-2006) gebeurt dat. De komende weken wordt het, met nog twee andere portretten, in Amsterdam vertoond. Een clown in de Parijse straten loopt opeens, haast elegant, door het beeld, achtervolgd door een politieagent. Het heeft alles en niets met Tal te maken, die onder meer teksten van Jacques Prévert (een van mijn lievelingsdichters) op muziek zette: een combinatie van humor, ernst en symboliek. Zoals diens A Paris.

Het adembenemende moment doet denken aan dat plekje op een schilderij van Sam Drukker waar de verf dun  is aangebracht: Een dunne huid heet dan ook  een boek over zijn werk. Tijdens de Biënnale Heilige Driehoek, van 16 september tot en met 22 oktober in Oosterhout, zal ik daar eens op letten. Drukker zelf vergelijkt het in dat  boek met een prachtige passage uit een cantate van Joh. Seb. Bach: ‘Het summum zijn (…) die momentjes waar je bij het luisteren op wacht.’
Ik moest, toen ik dit las, denken aan het openingskoor uit de cantate BWV 8, Liebster Gott, wenn werd ich sterben in een uitvoering onder leiding van Gustav Leonhardt. Op een gegeven moment houdt traverso-speler Frans Brüggen – een doodsklokje imiterend – even in, een ‘Luftpause’ alvorens hij verder speelt; een adembenemend moment, telkens weer wanneer ik ernaar luister. Het is zoiets als iemand die soepel de noten van een toonladder achter elkaar doorspeelt, en even, voor hij de laatste noot inzet stokt, niet omdat hij emotioneel wordt, maar omdat hij dat gevoel wil overbrengen, hetgeen je met Adriaan van Dis (in een recent interview) kunt vergelijken ‘met een timmerman die een zwaluwstaartje wil maken dat ontroert. Als hij tijdens het maken ervan tranen in zijn ogen krijgt, slaat hij op zijn duim. Ik moet dus als een koele architect te werk gaan’, zoals Brüggen speelt.

Niet alleen in de film van Werner Leanse en Du Bois, een schilderij van Drukker of een cantate van Bach komen die adembenemende momenten voor, ook bij het lezen van gedichten – juist in gedichten – lichten ze op: een adembenemend moment, op of nabij de gulden snede van een gedicht. Lloyd Haft heeft er een handje van in zijn bewerking van de Psalmen. Een regel als ‘Er is een zien: een vrede’ tegen het midden van Psalm 12 bijvoorbeeld.
Het is zoals op een blaadje van een oude Loesje-scheurkalender eens stond te lezen: ‘Leven draait niet om ademhalen maar om de adembenemende momenten.’ Het blaadje staat in een lijstje op een plank in een van mijn boekenkasten; wel een toepasselijk citaat lijkt me voor iemand die astma heeft en leeft bij adembenemende momenten in films, gedichten, schilderijen en muziek. Een moment waarop je je adem even inhoudt en je hart een sprongetje maakt.

 

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!