Er was de uitvaart van een broer, waarbij we hem toespraken, uitzwaaiden, een laatste ‘Vaar Wel!’ riepen. We liepen mee tot aan de ovendeur, een groot uitgevallen model, waarin ik in een flits gigantische soufflés en zuurdesembroden gebakken zag worden. De ovendeur opende zich, de kist schoof naar binnen. Alles op afstand bediend. We dachten hem nogmaals, ‘een goede vaart’ toe, poetsten tranen, snoten neuzen. De verzengende hitte schroeide mijn mondkapje, geruisloos sloot de ovendeur, daar ging hij. Naderhand proostten we op hem in een zonnige tuin, met bitterballen en kaas. Later was er sprake van leegte, iets was verdwenen, voorgoed. Ik kroop in bed met enkele fictieve magazines, Papieren Helden. Te openen met een muisklik.
Wat ik in handen kreeg, (kan het zijn dat we zover zijn gekomen dat een digitaal blad zich in onze geest verenigt met een papieren editie?) was een prachtig vormgegeven website met proza en poëzie. Met bijdragen van meer dan tachtig beginnende en gerenommeerde schrijvers. Naast nieuw geschreven verhalen zijn er hoofdstukken (als een literaire amuse) van reeds gepubliceerde boeken geplaatst, van onder meer Josse De Pauw, Thomas Verbogt, Tjitske Jansen, Mariken Heitman, Sholeh Rezazadeh, Ine Boermans.
In een verhaal van Mirthe van Doornik lees ik, ‘Ik bevrijdde me uit de situatie door kleine stappen achteruit te zetten, precies zoals ik later uit relaties, baantjes en vriendschappen zou wegsluipen, ik trok mijn muts stevig over mijn oren, stak mijn hoofd vooruit en pinguïnde het veld uit.’ Het beeld dat blijft, achterwaarts, schommelend als een pinguïn, stap voor stap jezelf uit een moeilijke situatie verwijderend. Soms noodzakelijk.
Ik las Everybody I ever slept with van Tjitske Jansen. Over de exen die voor een deel van haar nalatenschap in aanmerking komen. Elke frase in het verhaal stuurt de lezer een andere kant op, aan het eind een heerlijke twist. Van Katinka Polderman, Was dit maar een verhaal van twee vrouwen met niets in hun jaszak. Waarin een van de personages een pistool in haar jaszak heeft. Polderman schrijft: ‘Ik heb haar een pistool gegeven, het zit in een van die binnenzakken, want een verhaal over een vrouw die in een café op een vriendin zit te wachten, dat is geen verhaal.’ Het doet goed over het ongewone te lezen, waarin de waarheid een vlucht neemt.
Met een website als Papieren Helden is volgens mij nog nooit zo dicht de beleving van een papieren versie benaderd. De verschillende edities, het zijn er inmiddels vijftien, liggen links gestapeld op de website. Er is een ‘Bijsluiter’, altijd prettig te weten wat er in het middel zit, wat de werking is, eventuele bijwerkingen. Vooreerst is het heerlijk toeven in het magazine, dat je zo iets maandelijks op je digitale deurmat kunt krijgen is fantastisch. Het is niet uitgesloten dat er regelmatig verhalen op papier verschijnen. In maart verscheen het eerste, ansichtkaartformaat gedrukte boekje, Gemene dames door Christine Bax. Een fijn verhaal, vanuit het Piëmontese heuvelgebied, Italië geschreven. Over de enige groentewinkel in het dorp gedreven door twee oude dames, bekend staand als ‘de gemene dames’. Een fijne uitgave, iets om te verzamelen. Bij gebruik van Papieren Helden ontstond er een zekere leeszucht, ik kon niet meer stoppen met lezen. Tot zover de bijwerking die wellicht in de bijsluiter moet worden opgenomen.
Nu durf ik ook opschrijven wat ik eerder verzweeg. Na de uitvaart zag ik een wazige wimpel zweven door de lucht. Ik zwaaide ernaar, niemand die het zag, (natuurlijk niet), maar er werd terug gezwaaid.
Kijk voor meer op Papieren Helden.
P.S. Papieren helden wil de schrijver goed betalen zodat deze kan blijven schrijven. Wie zich abonneert (€ 10,00) vindt elke maand een magazine op zijn digitale deurmat.
Inge Meijer is een pseudoniem, wordt geregeld verliefd op een verhaal, is een gevoelig lezer.