Breekbare dagen was voor mij de introductie met het werk van Philippe Besson, van wie eerder in vertaling Bij afwezigheid van mannen, Nazomer en Zijn broer verschenen.
In zijn meest recente roman gebruikt Besson de dagboekvorm om de laatste maanden van het leven van dichter Arthur Rimbaud te beschrijven. Door de ogen van diens zus leren we over zijn jeugd, zijn dwangmatige zoektocht naar vrijheid, de worsteling om zich los te maken van het milieu waarin hij opgroeide, zijn relatie met Verlaine en zijn doodsstrijd. Maar ook als je niet bekend bent met het werk en leven van Arthur Rimbaud is Breekbare dagen een indrukwekkende roman.
De relatie tussen de rebel Arthur en zijn zus, die met haar 32 jaar nog steeds bij haar moeder woont, diepgelovig en berustend in het feit dat ze nooit de liefde van een man zal kennen, wordt op een subtiele manier, in korte zinnen beschreven. Haar strijd om Arthur en hun moeder ? die haar kinderen met strenge hand heeft opgevoed en die de ziekte van Arthur beschouwd als de straf van God voor diens goddeloos bestaan ? te begrijpen en vooral haar berusting in het feit dat dit nooit zal lukken, ontroeren diep. Besson heeft het talent om sober, suggestief en zeer intens te schrijven. De sfeer in de roman is er een van ingetogen woede, machteloosheid en beklemming. Als lezer grijpt het je naar de strot.
Ik ben het dan ook niet eens met Alle Lansu die in het Parool van 28 april 2005 schreef:
‘Terwijl Besson in zijn vorige romans excelleerde in de suggestieve evocatie van de zielenroerselen van zijn personages, blijven zijn korte, onopgesmukte zinnetjes hier tamelijk vlak.’ Breekbare dagen heeft op mij veel indruk gemaakt. Ik ben blij dat ik Besson heb ‘ontdekt’ en de recensie van Lansu belooft in ieder geval veel voor het andere werk van Besson dat ik zo snel mogelijk zal gaan lezen.
N.B. de recensie van Alle Lansu is hier te lezen.