Met de viering van de Maand van de Vrijheid en het Jaar van het Zeeuws Slavernijverleden is een bescheiden boekwerkje van de Curaçaose schrijver Frank Martinus Arion verschenen. Het is een uitgave van de COS Zeeland, het centrum voor internationale samenwerking. Evenals de titel oogt ook de omslag nogal droevig: verticale wit-zwarte strepen die symbool staan voor de relatie tussen slaven en slaveneigenaars, de krijgsgevangenen in de Tweede Wereldoorlog, de Noord-Zuid dialoog en de verhouding tussen etnische bevolkingsgroepen.
Het boekje telt een drietal korte verhalen die een vergelijking trekken tussen Europa en de jaren ’50 op Curaçao. Een van de verhalen is naar alle waarschijnlijkheid in de beginperiode van zijn schrijfcarrière of op een inspiratieloze middag geschreven. De drie verhalen in deze bundel zijn eerder in de bundel De eeuwige hond bij Uitgeverij De Bezige Bij verschenen. Wat dit boek zo bijzonder maakt is dat met uitzondering van het verhaal ‘Licht’ niet het individu maar het strand, de herfst en de hond de personages in het verhaal vormen. In dit verband hebben de verhalen een experimenteel karakter.
In ‘De eeuwige hond’ beschrijft Arion eerst een bezoek aan zijn eenpersoonskamer in Scharloo. Daarbij denkt hij terug aan de toren van Pisa zonder een balustrade, die het nodige doorzettingsvermogen vereist om een confrontatie met het aanwezige gevaar aan te gaan. Daarna volgt een vergelijking met de hond Gladdie die van alles deed om anderen te waarschuwen en ten slotte zelfs de kleine Avery voor het gevaar behoedde. Hiermee probeert Arion aan te geven dat alles wat je in het leven onderneemt een plan vereist dat planmatig moet worden uitgevoerd. Het individu moet in termen van kansen denken en zich geen beperkingen opleggen. Een hond blijft voor eeuwig een hond, maar verdient eveneens respect, zorg en liefde.
In het slotverhaal ‘Licht’ gaat het over Arions vermeende ontdekkingsreis naar het ware gezicht van Nederland. Op de middelbare school wordt hem een minderwaardigheidscomplex aangepraat. Hierdoor ontstaat een aversie tegen alles uit Holland en Europa. In plaats van naar school gaat hij naar zee, om de haven en de schepen te bekijken. Met Olaf, een Noorse zeeman, zou hij de overtocht maken. Als Olaf door een beenletstel niet kan uitvaren keert hij Olaf de rug toe. Zijn tante, getrouwd met Martin, een Hollander, waarmee hij evenmin contact heeft, geeft hem met Oud en Nieuw een tas vol lekkernijen mee voor deze oom Martin, die moet werken. Hij belandt echter in het Zeemanshuis bij Olaf en biedt namens zijn tante diverse pannetjes aan met zult, pekelvlees, haring en ham. Terwijl hij toekijkt hoe Olaf gulzig eet, krijgt hij een enorm gevoel van macht; hetzelfde machtsgevoel dat uitstraalt van de ansichtkaarten uit Europa.
De verhalen zijn sterk autobiografisch van aard en kunnen gerekend worden tot de bekentenisliteratuur. Ze beantwoorden echter niet allen aan de vrijheidsgedachte. Het wachten is nu op zijn langverwachte historische roman Om een beetje thee uit China, over de Amerikaanse vrijheidsoorlog, die in het najaar zal verschijnen.
Eén ding is droevig
Frank Martinus Arion
Uitgave: COS Zeeland
ISBN: 90-806916-5-8
Quito Nicolaas/ schrijver & dichter