Vasthouden of achterlaten
Veelschrijver en –lezer Stefan Hertmans schrijft romans, essays en toneelstukken. Maar ook heel veel poëzie. Onlangs is zijn twaalfde poëziebundel uitgegeven. Kaneelvingers is een bundel met een thematische samenhang; de gedichten gaan over handen of vingers. Zoals eerder in zijn oeuvre niet minder erudiet, wel minder eigenwijs. In deze bundel, vol abstracte, soms ongrijpbare gedichten, laat hij minder zien wat hij weet dan we van Hertmans gewend zijn. Opvallend is de alfabetische volgorde van de titels, die een willekeurigheid veronderstelt, en de keuze voor een motto uit het nummer Hotel California van The Eagles: ‘Some dance to remember / some dance to forget.’ In dit citaat herkent Hertmans iets van zijn poëtica; bij zijn keuze voor onderwerpen moet hij ook ervaringen vastleggen of achterlaten, temeer omdat hij het motto ziet ‘als het kersje op de taart’ en het na het voltooien van de bundel toevoegt. En die keuze is al schitterend terug te vinden in het eerste gedicht uit de serie ‘Kaneelvingers’ dat een eerbetoon is aan de door hem zo gewaardeerde Paul Celan:
“In Parijs bij de bron,
waar ik tin in de vingers had
en niet durfde wat hij kon”
Hertmans is onder de indruk:
“en ik die nooit
zijn
‘een engel is een erts
uit omgesloten kandelaars’
kon zingen”
Er zijn echter ook voor mij onbegrijpelijke passages, die zo cryptisch zijn dat het moeilijk is er iets uit te ontwaren:
“We hadden gerend.
In plassen en messen stond
lichtend een mens
een schicht die in adres sloeg,
de stenen en hun geur.”
Daarentegen is hij ook ritmisch; schrijft hij woorden, zinnen die dansen:
“Dit is jij en jij, en ik erbij
de metro dicht en alle straten open
de zwerver geeft college over misantropen”
Maar ondanks de bewonderende, abstracte, ritmische, dansende poëzie, is het karakter melancholisch; niets ontziende objecten komen terug in zingende romantiek. Hij citeert de laatste regels Van Ostaijen in- en intrieste gedicht ‘Jong landschap’ als motto en dat komt later terug in de bundel onder de titel ‘Leesvingers’. Eerst Van Ostaijen zijn woorden:
“Over de randen van mijn handen
tasten mijn handen
naar mijn andere handen
onophoudelijk.”
Nu Hertmans zijn bewerking:
“Over de randen van mijn handen
tastend want daar hield ik niet op
vond ik geen andere handen
onophoudelijk dichtbij
maar iets van jou”
En hier is essentie te lezen van de bundel, Hertmans beschrijft het zelf als volgt in een interview op de Belgische Radio 1: “Ik denk dat het gedichten zijn over de manier waarop de handen van anderen ons raken.” En handen, maar ook vingers, kunnen je op verschillende manieren raken, letterlijk en figuurlijk. Vingers en handen zijn met elk onderwerp te verbinden, zoals de vingers van een nagelbijtster en de angst of de schrijvende hand en de onzekerheid. Maar ook pijn, erotiek of concreter: tabak, bramen en biljartkrijt. Deze thematische samenhang zou snel te veel kunnen worden; het thema zou kunnen worden uitgemolken. Maar Hertmans heeft het voor elkaar gekregen om je aan te raken. Aan de lezer om de emotie vast te houden, of achter te laten.