De blauwe schuit,Anne van Amstel (e.a)

Trillende schepen en dichters als drilpudding

In de zomer van 2005 voer een aantal dichters en kunstenaars per schip Groningen binnen. Geen narrenschepen, maar historische schepen die voor anker gingen in de Groninger diepenring. De dichters en kunstenaars hadden als taak om een gedicht en een kunstwerk af te leveren. Een mooie combinatie van het festival Groninger WelVaart en het inmiddels vermaarde poëziefestival Dichters in de Prinsentuin.
In het najaar verscheen de prachtig uitgegeven bundel De blauwe schuit. Daarin staan naast bekende dichters als Diana Ozon, Tsead Bruinja, Jana Beranová en Albertina Soepboer ook onbekendere dichters in. Thomas Möhlmann opent het boek met een titelloos vers ‘Hier staat u // buiten en boven het gangboord de paalworm / die traag door het zachte lichaam trekt’.
Het lichaam van de poëten (en als metafoor voor schepen) heeft veel te verduren blijkt uit diverse gedichten. Sieger M.G. (Geertsma) schrijft: ‘Dit schip is een lichaam en alles trilt, // touwen kraken, de haven brult!’ Ook collega Daniël Dee zat waarschijnlijk op een trillend schip:

tot het slapengaan in het vooronder liggend als een smeltende drilpudding
mijn narknar wagenwijd open als de sluizen harder kolkend dan het water

‘liefste als jij hier was dan zou ik van vreugde als een bezetene slingeren
aan de kroonluchters maar jij bent er niet en kroonluchters evenmin.’

Niet alle dichters nemen het schip zelf tot onderwerp. Albertina Soepboer kiest ervoor om juist het landschap te beschrijven en de invloed die dat heeft op de ik-figuur. Haar gedicht klinkt vooral als een bezwering ‘nu ik terugkeer / is dit de nacht, is dit mijn huis / en het immer platte van water draait.’ Ik weet niet of de dichteres of de vormgever ervoor heeft gekozen om haar gedicht gecentreerd op de pagina te zetten, maar dat oogt altijd zo beroerd. Helaas is dat vaker gebeurd.
De enige bijdrage in de Groningse taal komt van Jan Glas, die niet alleen het mooie en idyllische benoemt, maar ook nog oog heeft voor de moderniteit:

En de schipper dankt God veur zien
blinde vlekken as oet de vinexwieken
de polyesterpooiers ien heur widde mit-
eders t kenoal vervetten.

De bundel kent steeds hetzelfde stramien. Het kunstwerk staat links op de pagina, het gedicht rechts. Van sommige dichters houd je meer dan andere en dat geldt bij de kunstenaars ook. Positief springen eruit: Heerko Tieleman met een prachtig schilderij van twee matrozenkinderen in een vrij steriele badkamer, Laurine Brugman met een fotomontage en Alan D. Joseph die ook foto’s heeft bewerkt.
Is er ook kritiek te leveren op deze bundel. Tja. De tekst van F. van Dixhoorn ‘3. over / de ene na / de andere / over’ en let wel, dit is de gehele tekst, is wat aan de magere kant en ook het beeldgedicht dat Max Niematz levert (95 keer het woord water en 1 keer het woord vis) is wat aan de gemakzuchtige kant.
Daar staat echter genoeg tegenover dat wel de moeite van het bekijken en lezen waard is.

De Blauwe schuit met poëzie van: Anne van Amstel, Jana Beranová, Tsead Bruinja, Anneke Claus, Daniel Dee, F van Dixhoorn, Sieger M. Geertsma, Jan Glas, Ruben van Gogh, Willem Groenewegen, Renée Luth, Thomas Möhlmann, Max Niematz, Diana Ozon, Albertina Soepboer, Albert Westerhoff, Arjan Witte, Guido van der Wolk
Beeldende kunst van:Dineke Oosting, Dora Dolz, Corine Hörmann, Tommie van der Zee, Willem Kolvoort, Hein Verwer, Olaf Otto, Ton Broekhuis, Laurine Brugman, Harry Cock, Mowaffk Al-Sawad, Aimée Terburg, Lucius, Tineke Fischer, Joost Doornik, Heerko Tieleman, Alan Joseph, Arjen Boerstra.
Passage, Groningen, 48 blz. €20,-

 

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Recent

22 september 2023

Onderkomen

21 september 2023

Eeuwige veelbelovendheid

Literair Nederland - 10 jaar geleden

23 september 2013

Een levenservaring die leidt naar een religieus ontwaken
Recensie door Olivier Rieter

Het smalle pad van de liefde van Vonne van der Meer is een roman over vriendschap, verlies, overspel en religie. Twee stellen en hun kinderen brengen elk jaar de zomervakantie samen door in Frankrijk. Het huis dat aan het ene stel, Floris en Françoise toebehoort, is er ruim genoeg voor.