Marconi & Einstein

Je hebt drank & drugs al tamelijk vroeg leren kennen, je had een moeder maar die pleegde zelfmoord, je hebt een dakloze vader met weinig vaderlijke aanleg. Het leven heeft je al met al opgescheept met nogal wat onbeantwoorde vragen. En je schrijft gedichten. Die daar grotendeels over gaan.

Ik had Ether, de onlangs verschenen Nederlandse vertaling van Nick Flynns debuutbundel Some Ether, al bijna links laten liggen. Ik had mezelf bijna een kennismaking ontzegd met een zeer vindingrijke, scherpe en ontroerende dichter. Achterop de bundel maakt de uitgever gewag van ‘een indrukwekkende collage van herinneringen en bespiegelingen’ en het is prettig om zo’n ronkende redacteurenzin eens ronduit te kunnen bevestigen: Ether ís een indrukwekkende collage van herinneringen en bespiegelingen. En een vat vol rake observaties en vondsten, een vindplaats van regels als ‘De wind vult de bomen boven ons / met ratelslangen, bladeren vallen om ruimte te maken / voor nog meer bladeren’ en:

Buiten
slaat een man in een rolstoel zijn benen over elkaar. Jij laat me
een foto zien, een groep kinderen naast een jarenzestig-
treinstel, je vraagt: Zie je wie ik ben?

Het kan op talloze manieren misgaan met gedichten waarvan de maker zeer persoonlijk en autobiografisch te werk gaat. Kitsch, pathetiek, ongevraagde hijgerigheid, semi-therapeutische zelfbevlekking: heel wat valkuilen om in te vallen. Slechts enkelen blijken in staat om verregaande rottigheid uit het eigen leven als zuiver uitgangspunt of onderwerp van hun gedichten te nemen zonder ze daar meteen gruwelijk mee te verknoeien. Flynns bundel leest als het logboek van een innerlijke expeditie naar coherentie en begrip, en dit klinkt alweer verschrikkelijk, maar de dichter houdt in zijn met opiaten, wapens, verloedering en groezelige jeugdherinneringen gevulde universum op wonderbaarlijke wijze het roer recht. Hij omzeilt daarbij de op de loer liggende clichés niet zozeer, hij activeert en vernieuwt ze; hij schuwt sentiment en emotie niet, integendeel, maar geeft ze een intelligente en vaak verrassende invulling.

Fragment
(gevonden in mijn moeders binnenste)

Ik hield hem verborgen, hij was gemakkelijk

te verbergen, achter mijn lingerie, een schoenendoos

boven bereik van mijn jongens, ingepakt naast

de pijnstillers

in hun kindveilige oranje pakjes. Ik kende mijn kinderen,

nieuwsgierige apen,

maar kenden zij mij? Hij was gemakkelijk


te verstoppen, hij wachtte, de harde O van zijn monde

gemaakt van wachten, elke kogel
& diens zachte loden kap. Stevig

gekoesterd tegen mijn dij, ik voedde hem

met mijn vrije hand, mijn jurk open

alsof ik mijn uur van lood

verpleegde, mijn loslaten oefende. De jongste

verraste me met een spelletje,

hield me losjes zijn vuisten voor, vragend
raad welke hand, maar beide

waren leeg. Wie had hem dat geleerd?

Flynn vergelijkt zich in het gedicht ‘IJle-lucht-radio’ in de eerste afdeling van de bundel met Guglielmo Marconi, de uitvinder van de draadloze telegrafie, die geloofde dat we ‘gehuld zijn in stemmen, dat golven / nooit sterven, hoogstens verder & verder / uit elkaar drijven, reizend door de ether’. Hij blijft op zoek, want hij

wilde het laatste stuk dat op het dek van de Titanic
werd gespeeld opsporen,
en wat Jezus zei
aan het kruis, hij bleef op de frequentie
afstemmen, starend over de Atlantische Oceaan,
zijn oor naar het water gewend,
daar, hoor je wel?

Pas tientallen bladzijden en episodes later, in het voorlaatste gedicht ‘Ongrijpbaar’ wordt de vergeefsheid van dit zoeken expliciet gemaakt, bij monde van Albert Einstein: ‘Je zult het niet vinden omdat het er niet is’.

Thomas Möhlmann

p.s. hulde nog voor het vertaalwerk van Hanz Mirck, die zelf in 2002 als dichter debuteerde met de bundel Het geluk weet niets van mij. Flynns tweede bundel, Blind Huber, schijnt over bijen en hun imkers te gaan. Aan het werk, Mirck!

Nick Flynn, Ether
Vertaling: Hanz Mirck
Vassallucci, Amsterdam, 2005
(Oorspronkelijk uitgave: Some Ether, Graywolf Press, Saint Paul, Minnesota, 2000)
95 pagina’s,  € 14,95)

Recent

Literair Nederland - 10 jaar geleden

03 april 2013

Vrijheid is opgelegde keuzes van de hand wijzen
Recensie door Adri Altink

‘Veel kennis is waardeloos zodra ze losstaat van de verdeling van kracht, ook al is ze formeel waar.’ In de volgende zin maakte Adorno duidelijk wat hij bedoelt: ‘Als een geëmigreerde arts zegt: “Voor mij is Adolf Hitler een pathologisch geval”, zal de klinische diagnose zijn uitspraak misschien uiteindelijk wel bevestigen, maar de wanverhouding tussen zijn uitspraak en het objectieve onheil dat in naam van deze paranoïcus in de wereld wordt aangericht, maakt de diagnose belachelijk, waarmee de diagnosticus zichzelf alleen maar de hoogte in steekt’.