Angst en bewondering voor de lachende Kaukasiër
Wie met plezier en interesse gekeken heeft naar de documentaireserie ‘In Europa’ van Geert Mak, kan zijn of haar hart ophalen bij de zich in Rusland afspelende roman ‘Didar en Faroek’ van de in Nederland wonende Russische schrijfster Sana Valiulina. Met de televisiebeelden uit de serie voor ogen, zien we de verwarring en hoop na de Russische Revolutie, de idealen van Lenin, het Stalinregime, de ellende van de Tweede Wereldoorlog en de communistische wederopbouw in romanvorm voorbij komen. Leidraad is het verhaal van de twee geliefden Didar en Faroek. Dat ze elkaar krijgen lezen we al op de achterflap maar toch rijst de vraag: hoe dan?
De hoofdpersonages worden geïntroduceerd door middel van foto’s. Faroek als onopvallend jongetje, dat er op de groepsfoto met verweerde buurtbewoners wat verloren bijstaat met zijn pilotenmutsje. Didar daarentegen poseert op een ander prentje, stralend lachend in een kraakhelder witte bloes tussen haar collega-pioniersmeisjes, een onderdeel van de communistische jeugdbeweging. We schrijven de jaren dertig van de vorige eeuw. Josef Stalin is net aan de macht en houdt de Sovjet Unie in een ijzeren greep met zijn planeconomie. Om de tred van het Westen bij te benen probeert hij het land in no time te industrialiseren. Dit tekent de sfeer van het boek. De gezinnen waarin Didar en Faroek opgroeien, zijn vol goede wil, zijn bereid hard te werken en bezien hun dictator met hoop en vrees. Beide moeders zijn vanuit liefde en bezorgdheid dominant en hardvochtig, de vaders zijn nagenoeg afwezig. Zij worden afgebeuld door de staat en later door het leger.
Op de bruiloft van een wederzijds familielid zit de verlegen dertienjarige Faroek onder de eettafel verscholen als hij de dansende voetjes van Didar voorbij ziet komen. Deze eerste ontmoeting krijgt geen vervolg door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Didar wordt tewerkgesteld in de keuken van een belangrijke Duitse legereenheid en raakt verliefd op een Duitse generaal. Ze vecht tegen haar gevoelens, maar kan ze niet tegen houden. Faroek zwerft als Russische soldaat van legerbasis naar krijgsgevangenkamp en ziet vele vrienden sterven. Na de oorlog starten ze een correspondentie met als hoopvol eindresultaat een tweede ontmoeting in 1955. Beide vrijgezellen zijn dan de dertig reeds gepasseerd. Dit samenzijn wordt een volslagen mislukking. Er is voor allebei nog heel wat psychisch werk te verzetten voordat alle oorlogsverschrikkingen een plek hebben en er ruimte gecreëerd kan worden voor de liefde voor elkaar.
Sterk in het boek zijn de karakteriseringen van beide hoofdpersonen. Het leven van Faroek begint al direct bizar: hij wordt als baby omgewisseld en komt in Moskou in een groot Tartaars gezin terecht. De liefde van ‘moeder’ Adlifa is uitermate verstikkend, maar zij heeft dan ook doorlopend reden tot zorg. Faroek is een kwetsbaar kind. Hij krijgt difterie en tbc en blijkt een epilepticus te zijn. Hij heeft visioenen en wordt overvallen door periodes van ongrijpbare overgevoeligheid die zulke vormen aannemen, dat hij er voor maanden het zwijgen toedoet. In sociaal opzicht is hij uitermate loyaal en wordt hij snel door anderen geaccepteerd. Zijn naïviteit en onopvallende voorkomen behoeden hem voor veel ellende. Daar komt bij dat hij door zijn epileptische aanvallen vaak op handen gedragen wordt, omdat men denkt dat hij over profetische gaven beschikt.
Didar is in alles zijn tegenpool. Van jongs af aan is zij enthousiast en avontuurlijk. Ze stort zich vol overgave in het pioniersleven en is een echt communistisch kind. Josef Stalin is voor haar de vader van alle pionierskinderen. Ze is ondernemend, zelfstandig en intelligent en volgt haar gevoel. Hierdoor komt zij vaak in conflict met moeder Tatoe. Ook Didar is van Tartaarse afkomst. Zij brengt haar jeugd door op het platteland van Estland. De Tweede Wereldoorlog en haar liefde voor een Duitser brengen een kentering in haar ‘onbezorgde’ leven. Ook al pakt ze kordaat de draad weer op, de klap die de oorlog in haar gezin teweegbrengt lijkt zij niet te boven te komen.
Los van het historische perspectief, is ‘Didar en Faroek’ een mooi geschreven roman. Het verhaal wordt niet chronologisch, maar gefragmenteerd en vanuit verschillende perspectieven verteld. Dit wordt echter helder en toegankelijk gedaan, zodat je als lezer nooit het spoor bijster raakt. Sommige stukken, met name die van Faroek in oorlogstijd, zijn langgerekt en gedetailleerd. Waar de ene lezer zich hierin graag verliest, kan een ander dit wellicht langdradig vinden. De hoofdstukken hebben titels en de spanningsopbouw is goed.
De verhalen van de Westerse geallieerden zijn ons, dankzij bevlogen geschiedenisdocenten en goed gedocumenteerde literatuur, inmiddels nagenoeg bekend. Valiulina’s boek laat zien hoe de Russen (en dan vooral de islamitische Tartaren) voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog geleden hebben. De periode van vòòr 1939 is er een van verwarring, weemoedigheid en hoop. Daarna blijkt hoe ‘held’ Stalin zijn mensen als pionnen en kanonnenvlees heeft ingezet.
Waar Didar ‘vader’ Stalin vereert, is puber Faroek doodsbang voor de ‘lachende Kaukasiër’. Hij vindt echter troost en vertrouwen in zijn liefde voor kosmografie. In een visioen ziet de jonge Faroek Stalin als dè grote kosmograaf die over het heelal regeert en met zijn wijsvinger zijn (Russische) werelddeel aanwijst. Faroeks angst verdwijnt. ‘Dus de leider is er ook deel van, dacht hij. (….) En de industrialisatie en de collectivatie (…)’. Deze openbaring wordt in zijn hoofd begeleid door rondrazende afbeeldingen van de dierenriem, waarin Taurus een rol van betekenis speelt. Deze stampende stier geeft hem kracht en komt regelmatig terug in het boek.
Sana Valiulina (1964) werd geboren in Tallinn (Estland) en groeide op in Moskou waar ze Noors en filosofie studeerde. In 1989 verhuisde ze naar Amsterdam en schreef haar debuutroman, ‘Het Kruis’(2001), in het Nederlands.
Het verhaal van Didar en Faroek is gebaseerd op de levens van haar ouders. Sana Valiulina heeft niet alleen een mooi liefdesverhaal geschreven dat zich in een turbulente periode afspeelt. ‘Didar en Faroek’ is vooral een eerbetoon aan twee sterke, onverwoestbare persoonlijkheden: haar ouders.
Pauline van der Lans
Sana Valiulina – Didar en Faroek
Uitgeverij Meulenhoff 2006