Held, Saskia De Coster

Iets meer dan een jaar na haar goed ontvangen derde, Eeuwige roem, ligt er weer een nieuw boek van De Coster in de winkel.

In het eerste deel neemt een meisje met een eetstoornis een autistische jongen op sleeptouw om middels een logisch doorgevoerd maar volstrekt absurd plan een doof-stom-blinde jongen weer te leren praten. Zo samengevat lijkt het idioot, maar De Coster weet die idiotie binnen de leefwereld van de personages zo volstrekt rationeel te brengen, dat je als lezer er probleemloos in meegaat en het rariteitenkabinet als logisch accepteert. Als de personages Lien en Marcus een cavia een bamibal voeren omdat hij altijd maar vieze korrels krijgt en daarom niets zegt, dan accepteer je direct daarop de redenering dat het mogelijk moet zijn woorden uit dat beestje los te knippen. En als Lien en Marcus ter verantwoording worden geroepen door de schooldirectrice, leef je met ze mee als die vreselijke vrouw alle pogingen tot uitleg genadeloos opzij schuift.
In het tweede deel van de novelle, dat zich twintig jaar later afspeelt, gaat Lien, inmiddels journalist, op zoek naar iemand die haar vroegere vijand-en-tegelijk-bloedbroeder wel eens zou kunnen zijn. Hier neemt het tempo iets af en krijgt de novelle een wat hoger soortelijk gewicht. De confrontatie tussen de twee wordt uitgesteld, maar dan komt alles in een mooie apotheose bij elkaar: de kracht van het vertellen van verhalen, de macht van woorden, de haat/liefderelatie, de niet-waarneembare verschillen tussen de waanzin van oorlog en een naderend orgasme en zelfs een halfmystieke eenwording van twee zielen.

Ook in eerdere boeken is er sprake van een tegenstelling tussen twee figuren die op de een of andere manier tot elkaar veroordeeld zijn. In haar debuut Vrije val waren dat Charlotte en Atlantis, die samen op een schip worden gezet als onderdeel van een experiment of een straf en die elkaars lichamelijke afwijkingen gebruiken om voedsel te vangen. In Jeuk zijn dat kroonprins Carl en zijn bastaardbroer Boris, waarbij Boris vooral leeft om zijn broer te haten en te vernietigen. In Eeuwige Roem zijn dat Julie en Babs, die elkaar bij tijd en wijlen tegenkomen en hoewel ze absolute tegenpolen zijn, elkaar als een spiegelbeeld in de gaten houden en zelfs een heftige amourette beleven. In Held tenslotte, is het dus de aanwezigheid van een sullige en ‘gestoorde’ klasgenoot Marcus die de hoofdpersoon Lien, zelf een eenzaam ‘watje,’ de kans geeft zich te profileren en hem mee te slepen in haar plannen. Van zijn motieven komen we weinig te weten, maar het feit dat hij steeds achter haar aan blijft lopen en alleen met haar een klein beetje contact kan maken, wijst er toch op dat ook hij zich wat meer compleet voelt als hij in de buurt van Lien is.

Ook bekend uit eerder werk is het meisje dat zich haar hele kindertijd feilloos weet te herinneren. Zo weet Lien nog wat haar vader tegen haar zei toen ze vlak na haar geboorte zonder moeder het huis betraden. En ook hebben we al eerder kennisgemaakt met pratende voorwerpen, in die boek vertegenwoordigd door de mevrouw van de gps, een nieuwsgierige bemoeial die Lien niet alleen kan laten en liever wijsgerige observaties rondstrooit dan de weg te wijzen.

In haar vierde boek in zes jaar, geschreven in de schrijversflat op het Spui in Amsterdam, toont De Coster zich wederom een eigenwijze schrijfster met een geweldige stijl. In deze fijne novelle herkennen we thema’s uit eerder werk en laten we ons weer meeslepen door het hoge tempo, de geharnaste zinnen en de ijzeren logica van de personages. Je hebt het in anderhalf uur uit, maar het blijft nog dagen door je hoofd spoken.

Saskia De Coster, Held, Amsterdam uitg. Prometheus, € 14,95

Patrick Bassant ? Literair Vlaanderen

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Recent

25 november 2023

Zoektocht naar jezelf

Literair Nederland - 10 jaar geleden

05 december 2013

Antwoord op een eigen novelle Antwoord op een eigen novelle
Recensie door Adri Altink

Yvonne Keuls heeft patent op romans die maatschappelijke kwesties terugbrengen tot een exemplarisch niveau. Ze kiest de setting van één gezin of zelfs één individu, dat de grote problemen aan den lijve ondervindt om ze zo herkenbaarder te maken. Dat procedé volgde ze in overbekende boeken als De moeder van David S., Jan Rap en z’n maat en Het verrotte leven van Floortje Bloem.