De ene echte hoofdrolspeler in bijna alle boeken van Tardi is Parijs. Of het nu zijn vrolijke en absoluut onbegrijpelijke serie Isabelle Avondrood is, zijn detectiveverstrippingen van de boeken van Léo Malet met Nestor Burma in de hoofdrol, of de werkelijk schitterende illustraties bij Célines Reis naar het einde van de nacht. De andere hoofdrolspeler is de oorlog, en dan meestal La Grande Guerre van 1914-1918 in zijn Loopgravenoorlog, of De laatste der laatsten, een bewerking van een roman van Didier Daeninckx.
Jacques Tardi, één van de heel groten uit de Franse stripwereld, heeft enkele jaren geleden zijn indrukwekkende vierluik De schreeuw van het volk afgerond, over de Commune in Parijs. Tegen de achtergrond van de roerige gebeurtenissen in 1871, toen de Parijse bevolking in opstand kwam na de gemakkelijke overgave van het Franse leger van Napoleon III aan de Duitsers onder leiding van Maarschalk Bismarck. Tegen deze historische achtergrond vertelt hij de verhalen van enkele stedelingen, vol tragiek, drank, geweld en misère. Een schitterende bewerking naar een scenario van Vautrin.
Wellicht om even uit te hijgen na dit karwei, begon hij aan de verstripping van een boek van Pierre Siniac, Monsieur Cauchemar uit 1992. Het boek speelt zich af in 1959, natuurlijk in Parijs, toen de stad werd ondergedompeld in een zware mist, precies tegelijk met een politiestaking. Voordat het verhaal begint, krijgen we 12 pagina’s tekst om ons in te leven in die tijd. Het is de periode van de cinema: films van Hitchcock en Fellini, de opkomst van Anita Ekberg, John Wayne en Jean-Paul Belmondo, en de periode van oorlog: de nasleep van de oorlog in Indochina en de dagen van de oorlog in Algerije.
In dit historische kader vlecht Tardi het verhaal van een massamoordenaar die in de kranten snel de bijnaam ‘de wurger van middernacht’ krijgt. De wurger, een teleurgestelde detectiveschrijver die nu in tweedehands boeken handelt, neemt een vaste klant mee op zijn moordtochten. Dit is de 12-jarige Foncinet, de zoon van een ter dood veroordeelde moordenaar, die nu stiefkind is van de commissaris die ooit zijn vader arresteerde. De wurger heeft een opvallende werkwijze: door gebruik te maken van hypnose, weet hij zijn slachtoffers hun levensdrang te ontnemen. Hij loopt op ze af, laat ze één keer hard de angst uit hun longen schreeuwen, waarna ze mak als een lammetje zijn. Omstanders reageren op de schreeuw, maar als ze naderbij komen, vinden ze een man die zegt zojuist aangevallen te zijn, maar de wurger weg konden jagen. Hij slaat alle hulp af en loopt alleen naar huis. Iets verderop staat de wurger te wachten en zijn slachtoffers laten zich gelaten en geruisloos afmaken.
Foncinet, een gis jochie dat door het dagelijks verslinden van gestolen detectiveromans geleerd heeft niets voor zoete koek te slikken, probeert uit te vissen wat het geheim is van de wurger, en komt steeds dichter bij het ontraadselen van diens truc. Maar zijn stiefvader volgt hem op de laatste nacht van de mist en schiet de wurger dood. Die neemt zijn geheim mee in zijn graf.
Einde verhaal, Foncinet & lezer teleurgesteld? Nee, want daar komt de inventieve Tardi met een mooie oplossing. Alsof het een interactieve film is, spoelt hij de dood van de wurger steeds een stukje terug, en geeft een ander einde. Het boek telt daarom negen eindes, waarvan er vijf niet zijn opengesneden: slechts met een mes krijgt de lezer toegang tot ‘twee onaanvaardbare eindes’, twee eindes met de titel ‘papa!’ en een ‘schijnbaar raadselachtig einde.’
Het is een mooi en kundig verteld, volstrekt ongeloofwaardig verhaal met een plot waar je met gemak een vijftal gaten in kan schieten, maar dat dondert helemaal niets. Tardi’s tekeningen van Parijs eind jaren vijftig, in de mist, zijn prachtige portretten van de bewoners (Tardi is een meester in het tekenen van uitgestreken karpatenkoppen, door het leven getekende mispels en louche onnozelaars) en de kundig opgebouwde spanning maken ook dit boek weer tot een zalig werkje. Het oogt allemaal als een film noir, en in navolging van de grote meester Hitchcock, speelt Tardi zelf ook een heel kort rolletje in het boek.
Op de achterflap spreekt Tardi de lezer rechtstreeks aan: ‘Dit boek stelt zich ten doel de euveldaden van de wurger gedetailleerd te beschrijven! Ronduit weerzinwekkend, vindt u niet? Koop dit boek niet, u krijgt er spijt van!’ De eerste zin klopt, de tweede valt reuze mee en de derde is volstrekte nonsens.
Laten we hopen dat Tardi nog lang doorgaat met het afwisselen van meesterwerken en buitengewoon vermakelijke tussenprojecten.
Jacques Tardi, Het geheim van de wurger, uitgeverij Casterman 2006. Naar de romans over ‘monsieur Cauchemar’ van Pierre Siniac. Vertaling van Le secret de l’étrangleur, 2006
Patrick Bassant