Tsead Bruinja

Tsead Bruinja

‘Ik vind komma’s niet mooi en ze vertragen het stuwende ritme van een tekst.’ Dat zei dichter Tsead Bruinja in een interview met NRC Handelsblad over zijn recent verschenen bundel Batterij. Bruinja (Rinsumageest, 1974) is een veelbelovende jonge dichter, die echter al zoveel geschreven heeft dat hij zijn beloftes op dertigjarige leeftijd al heeft ingelost. Drie Friestalige bundels verschenen al van zijn hand en twee Nederlandstalige.
Bruinja groeide op in Friesland, maar trok toen hij Engels wilde studeren naar Groningen.
Als student stortte hij zich al volledig op de literatuur. Hij was één van de organisatoren van Winterschrift en organiseerde jarenlang het steeds groter wordende gratis toegankelijke zomerfestival Dichters in de Prinsentuin.
Binnen de Friese poëzie heeft hij een totaal eigen geluid laten horen, een meer postmodernistisch geluid dat niet door iedereen werd begrepen. De lovende ontvangst van zijn eerste Nederlandstalige bundel Dat het zo hoorde door Ilja Leonard Pfeijffer (‘Van een dichter die zulke verzen schrijft, valt wat te verwachten’) en Piet Gerbrandy (‘Bruinja [heeft] een eigen stijl die de lezer meesleept en inpakt’) was dan ook een verademing voor Bruinja ‘In Friesland werden mijn bundels ook goed besproken, maar je merkt in de recensies dat er anders naar je poëzie wordt gekeken. In Friesland wordt het postmodernistische karakter van de gedichten niet zo opgepakt en dat is nu wel gebeurd.’ (Tzum, 2003)
Inmiddels is Bruinja verhuisd naar de hoofdstad alwaar hij zich helemaal toelegde op het schrijven van poëzie. Al van het begin van zijn carrière treedt Bruinja graag op. Tot vorig najaar deed hij dat samen met Sieger M. Geertsma in de groep Gewassen. Optredens met een muziek en video. Deze groep bestaat niet meer, maar zijn liefde voor het optreden is gebleven, blijkt uit het NRC-interview: ‘Door de voordracht verandert een gedicht. Je kunt je als performer niet onzichtbaar maken of uitwissen, al ga je achter een muur staan. Dan nog denkt de toeschouwer dat die muur de dichter is.’
Bruinja is nog niet helemaal los van zijn Friese roots. Integendeel. Onlangs verscheen Droom in blauwe regenjas/Dream yn blauwe reinjas, een verzameling nieuwe Friese dichters, waar nu ook een groter publiek kennis mee kan maken. De bundel laat zien dat er ook wat te lachen valt in de Friese poëzie.
Die humoristische kant bleek ook al uit de bundel Kutgedichten die hij met Daniël Dee samenstelde en die volgend jaar een vervolg krijgt in de bundel Klotengedichten.

Bibliografie
De wizers yn it read Bornmeer 2000 (Fries)
De man dy't rinne moat Bornmeer 2001 (Fries)
Dat het zo hoorde Contact 2003
Gegrommel fan satyn Bornmeer 2003 (Fries)
Kutgedichten Passage 2004, redactie samen met Daniël Dee
Droom in blauwe regenjas / Dream yn blauwe reinjas Bornmeer/Contact 2004, redactie samen met Hein Jaap Hilarides
Batterij Contact 2004
Klotengedichten, Passage 2005

Homepage: http://www.tseadbruinja.nl/

CP

Om Literair Nederland draaiende te houden, zijn wij afhankelijk van vrijwillige bijdragen. U kunt ons steunen via de rode knop. Waarvoor onze hartelijke dank!

Recent

25 november 2023

Zoektocht naar jezelf

Literair Nederland - 10 jaar geleden

05 december 2013

Antwoord op een eigen novelle Antwoord op een eigen novelle
Recensie door Adri Altink

Yvonne Keuls heeft patent op romans die maatschappelijke kwesties terugbrengen tot een exemplarisch niveau. Ze kiest de setting van één gezin of zelfs één individu, dat de grote problemen aan den lijve ondervindt om ze zo herkenbaarder te maken. Dat procedé volgde ze in overbekende boeken als De moeder van David S., Jan Rap en z’n maat en Het verrotte leven van Floortje Bloem.