Ronald Giphart
Op vrijdag 19 november 2004 ontving Ronald Giphart de C.C.S. Croneprijs van de stad Utrecht. Juryvoorzitter Frits van Oostrom vergeleek Giphart met Nescio. Net als de oude meester gebruikt Giphart spreektaal in zijn werk, maar bovenal gaat het in zijn werk om het thema vriendschap. Dat vriendschap niet alleen in zijn werk, maar ook in het persoonlijk leven van Giphart een rol speelde bleek uit zijn dankwoord waarin hij Bert Natter en Ed van Eeden naar voren riep, die als meelezers en criticasters vanaf het begin van zijn carrière aanwezig waren.
De C.C.S. Croneprijs is de eerste echte literaire prijs voor Giphart (Dordrecht, 1965). Eerder won hij al de Gouden Ezelsoor, een prijs voor het best verkochte debuut, maar bij prijzen van jury’s, recensenten en commissies is de Utrechtse schrijver niet zo geliefd.
Bij het publiek is dat wel anders. Vanaf zijn debuut Ik ook van jou (1992) is Giphart een veelgelezen schrijver. Op zich is dat merkwaardig want zowel zijn debuut als Giph (1993) gaat vooral over het schrijverschap, een thema dat voor die tijd voornamelijk door met een writers block behepte schrijvers werd ingezet. Giphart weet in zijn eerste boeken echter een poëticale opvatting te combineren met een verhaal over vriendschap, seks en een romantisch verlangen naar groots leven.
Critici (Tom van Deel voorop) namen vooral aanstoot aan de vele sekspassages, die in hun ogen nog steeds ‘functioneel’ moeten zijn. Ook het taalgebruik van Giphart zou te plat te zijn.
Wie echter het werk van Giphart doorneemt ziet vrij snel hoe geconstrueerd juist zijn zinnen zijn. Ik sla op pagina 150 een roman van Giphart open en kan altijd een intrigerende zin vinden.
‘Om half zeven was de familie haars weegs gegaan, om zeven uur waren we gesoigneerd en omgekleed (jij oogverblindend mooi, jong en krachtig in een goudzwarte galajurk, en ik in een belachelijke smoking van Papi), om acht uur zaten we half ontkleed op de bank bij de kerstboom, om half negen lagen we nakend in het grote familiebed (hoewel we ons voornamen pas om twaalf uur stipt vuurpijl en kruitbusje te ontsteken) en om negen uur stond er plotseling iemand aan de voordeur: Constantin.’ Ik ook van jou
‘Wist je dat je in de boekhandel door hersenspoelende inrichtingstechnieken (presentatietafels, routings) gedwongen wordt boeken te kopen die je niet wilt hebben (impulsive buying)? Giph
‘De filosoof Santayana (jezus, ken je die niet?) noemde schoonheid ‘geobjectiveerd genot’. We kijken naar vier bijna naakte, geobjectiveerde genietingen, en daar word ik een beetje week van.’ Ik omhels je met duizend armen
Je kunt andere bladzijden opslaan en andere zinnen citeren, maar bij nadere bestudering blijkt dat Giphart een echte stilist is. Hij gebruikt inderdaad spreektaal (‘jezus, ken je die niet’), maar die taal zit ingebed in een geconstrueerde, literaire zin. Binnen een zin kan hij overschakelen van formele naar informele taal. Hij hanteert omkeringstechnieken, herhalingen, uitsteltechnieken, vernieuwt uitdrukkingen en scheldwoorden. Hij verwijst in zijn teksten naar filosofen en films. Kortom: op zinsniveau is er heel wat te ontdekken in het oeuvre van Giphart.
Veel boeken van Giphart hebben een structuur waarin de lezer direct wordt aangesproken. Dat maakt de lezer tot een vriend. Je wordt op de hoogte gehouden door Giph of bijvoorbeeld door zijn zus Phileine over hun leven. Personages duiken in verschillende boeken op. De lezer wordt door die vorm automatisch deelgenoot van die verschillende levens. In Het leukste jaar uit de Geschiedenis van de Mensheid (2002) schrijft Giphart dat hij zijn eigen leven als stof voor zijn romans ziet. Er moet echter wel zo’n vijf jaar tussenzitten. De roman Ik omhels je met duizend armen is daarvan misschien het beste voorbeeld. Daarin beschrijft hij onder meer het sterfbed van zijn moeder, de PvdA-politica Wijnie Jabaaij. Ook dat boek vond in de ogen van veel critici geen genade, omdat Giphart een te luchtige toon aansloeg. Dat moest echter vond hij: ‘Het was absoluut niet zo dat we elkaar voortduren huilend in de armen vielen. En juist dat idee wilde ik beschrijven: een licht sterven. En contempleren over de dood zou die lichte stijl doorbreken.’ (Tzum, 2000)
De waardering van het werk van Giphart laat te wensen over. Van christelijke kranten is dat begrijpelijk (alhoewel het wat ver gaat om op te roepen tot een boycot, zoals het Nederlands Dagblad deed bij het verschijnen van het boekenweekgeschenk Gala), maar ook de serieuze kranten hebben vaak een moralistisch oordeel over het oeuvre van Giphart, maar proberen dat te verdoezelen met halve argumenten en persoonlijke aanvallen (‘Giphart de libidoremmer’ Jeroen Vullings in Vrij Nederland; ‘Allemachtig wat een lulkoek.’ Elsbeth Etty in Nrc Handelsblad).
De C.C.S. Croneprijs geeft Ronald Giphart de erkenning die hij verdient. Uit het juryrapport: ‘Minstens zo belangrijk als de intrinsieke waarde van het werk is dat de boeken van Giphart een groot publiek bereiken. Velen vinden er iets van hun gading in.
Een andere, buiten de literatuur gelegen factor is dat Ronald Giphart een inspirerende en aansprekende figuur is voor (jonge) lezers en aspirant schrijvers. Een enkeling is door hem succesvol op weg geholpen, anderen zien in hem een voorbeeld vanwege zijn vernieuwende kijk op de rol van de schrijver. Te denken valt hierbij aan Gipharts soms provocerende manier van optreden, maar ook aan zijn maatschappelijk betrokkenheid.’
bibliografie
Ik ook van jou (1992)
Kwadraats groot literair lees kijk knutsel en doe vakantieboek (1993), onder het pseudoniem Arnold Hitgrap, samen met Brett Tanner (Bert Natter) en Coen Reidingk (Eric de Koning)
Giph (1993)
Het feest der liefde (1995)
Phileine zegt sorry (1996)
Planeet literatuur (1998)
De voorzitter (1999)
Willem de Dikke (1999) met Bert Natter
Ik omhels je met duizend armen (2000)
Ten liefde! (2001)
Het leukste jaar uit de Geschiedenis van de Mensheid (2002)
Gala (2003) boekenweekgeschenk
Der is gjin dêr, dêre, (2003) Fries
Heldinnen (2003), samen met fotograaf Eric van den Elsen
poëzie
Poëtisch Utrecht (2003) 1 gedicht
toneel
Früstück no future (1997) toneel, met Gérard van Kalmthout
verfilmingen
Ik ook van jou (Ruud van Hemert) 2001
Phileine zegt sorry (Robert Jan Westdijk) 2003
CP